10. Verhelpen van storingen
Storing
De motor kan niet
worden gestart
Generator heeft te
weinig of geen
spanning.
Batterij wordt niet
geladen
Starter draait niet
Oorzaak
De automatische uitschakeling
wegens oliegebrek heeft gereageerd.
Bougie zit vol roet.
Geen brandstof.
Regelaar of condensator defect.
Overstroomveiligheidsschakelaar
heeft gereageerd.
Luchtfi lter verstopt geraakt.
Contact van de verbinding met de
batterij slecht
Batterij is beschadigd
Zekering (fi g. 16a/16b) defect
Batterij leeg
Batterij niet aangesloten
NL
Oliepeil controleren, motorolie bijvul-
len
Bougie schoonmaken of vervangen
elektrodenafstand 0,6 mm
Brandstof bijvullen / benzinekraan
laten controleren
Naar de gespecialiseerde handelaar
gaan.
Schakelaar bedienen en aantal verb
ruikers verminderen.
Filter schoonmaken of vervangen.
Contacten schoonmaken
Batterij door een vakman laten contro-
leren en evt. vervangen
Werking van het apparaat controleren
met een andere batterij, zekering
vernieuwen
Batterij laden
Batterij aansluiten
- 84 -
Maatregel