8.3 Hogedrukfilter reinigen
Filterpatroon regelmatig reinigen.
Een verontreinigd of verstopt hogedrukfilter leidt tot een slecht
spuitresultaat of een verstopte spuitkop.
1. Drukregelknop tot de aanslag in de zwarte zone draaien
(geen druk).
2. Ontlastingsventiel openen, ventielstand PRIME
(k circulatie).
3. Apparaat uitschakelen OFF (UIT).
Netstekker uit het stopcontact trekken.
Gevaar
4. Filterbehuizing (afb. 12, pos. 1) met een bandsleutel
losdraaien.
5. Filterpatroon (2) van de steunveer (3) trekken.
6. Alle delen met geschikt reinigingsmiddel reinigen. Indien
nodig, het filterpatroon vervangen.
7. O-ring (4) controleren, indien nodig vervangen.
8. Steunring (5) op de steunveer (3) leggen. Filterpatroon (2)
over de steunveer schuiven.
9. Filterbehuizing (1) indraaien en met een bandsleutel tot de
aanslag vastdraaien.
4
ProSpray 24
3
2
1
5
NL
Reiniging van het apparaat (buiten werking stellen)
8.4 Reiniging van het Airless-
spuitpistool
1. Spoel het spuitpistool bij een lage werkdruk met een
geschikt reinigingsmiddel door.
2. Reinig de spuitdop grondig met een geschikt
reinigingsmiddel, zodat er geen resten van het
bedekkingsmateriaal achterblijven.
3. Reinig de buitenkant van het Airless-spuitpistool grondig.
Insteekfilter in het Airless-spuitpistool
Demontage (afb. 13)
1. Trek de beschermbeugel (1) krachtig naar voren.
2. Schroef de handgreep (2) uit de pistoolbehuizing. Trek het
insteekfilter (3) eruit.
3. Vervang een verstopt of defect insteekfilter.
Montage
1. Steek het insteekfilter (3) met de langere conus in de
behuizing van het pistool.
2. Schroef de handgreep (2) in de behuizing van het pistool
en draai de greep stevig vast.
3. Klik de beschermbeugel (1) vast.
1
a r
0 b
s i
2 5
0 p
6 0
x .3
m a
g :
rn in
a r
W a
c le
e p
ti p
k e
o f
3
2
39