3. Foutmeldingen en problemen oplossen
Indien tijdens de meting een van de onderstaande problemen optreedt, controleer dan eerst of er geen ander elektrisch apparaat aanwezig is
binnen een bereik van 30 cm. Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de tabel hieronder.
Weergave/probleem
verschijnt of de
armmanchet
pompt niet op.
verschijnt of
een meting kan
niet worden
voltooid nadat de
armmanchet is
opgepompt.
verschijnt
verschijnt
Mogelijke oorzaak
De knop [START/STOP] werd
ingedrukt terwijl de armmanchet niet
aangebracht is.
De plug is niet volledig ingebracht in
de bloeddrukmeter.
De armmanchet is niet
juist aangebracht.
Er lekt lucht uit de armmanchet.
U beweegt of praat tijdens een
meting en de armmanchet wordt niet
voldoende opgepompt.
Omdat de systolische druk hoger is
dan 210 mmHg, kan er geen meting
worden uitgevoerd.
De armmanchet is harder opgepompt
dan de maximaal toegestane druk.
U beweegt of praat tijdens een
meting. Trillingen verstoren
een meting.
Oplossing
Druk nogmaals op de knop [START/STOP] om de meter
uit te schakelen. Nadat de plug stevig is ingevoerd en
de armmanchet juist is aangebracht, drukt u op de
knop [START/STOP].
Druk de plug stevig in de luchtslang.
Breng de armmanchet op de juiste wijze aan en voer nog
een meting uit. Zie paragraaf 5 van gebruiksaanwijzing
Vervang de armmanchet door een nieuwe.
Zie paragraaf 12 van gebruiksaanwijzing
Zit stil en praat niet tijdens een meting. Als "E2"
herhaaldelijk verschijnt, moet u de armmanchet
handmatig oppompen tot de systolische druk
30 tot 40 mmHg boven uw vorige meetwaarden is.
Zie paragraaf 11 van gebruiksaanwijzing
Raak de armmanchet niet aan en/of buig de luchtslang
niet tijdens een meting. Zie paragraaf 11 van
gebruiksaanwijzing
als de armmanchet handmatig
wordt opgepompt.
Zit stil en praat niet tijdens een meting.
.
.
.
NL
NL4