Bediening
WAARSCHUWING
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Als u gas ruikt
•
De motor niet starten.
•
Schakel geen elektrische schakelaars aan.
•
Geen telefoon in de buurt gebruiken.
•
Verlaat de omgeving.
•
Neem contact op met de brandweer.
Wanneer u de machine bedient
•
Kantel de motor of machine niet tot een hoek die veroorzaakt dat er brandstof
gemorst wordt.
Wanneer u de locatie van de machine verplaatst
•
Zorg ervoor dat de brandstoftank LEEG is of dat de brandstofafsluitklep, indien
geïnstalleerd, in de stand GESLOTEN staat.
Aanbevolen olie
Oliecapaciteit: Raadpleeg het hoofdstuk Technische gegevens.
We adviseren voor de beste prestaties het gebruik van door Briggs & Stratton
gecertificeerde soorten olie. Andere hoogwaardige soorten reinigingsolie zijn
toegestaan, mits deze geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen
speciale additieven.
Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit voor het verwachte bereik van
de buitentemperatuur. Motoren op tuinmachines functioneren goed met 5W-30
Synthetische olie. Voor machines die bij hoge temperaturen gebruikt worden, biedt
®
Vanguard
15W-50 synthetische olie de beste bescherming.
A
SAE 30 - Onder 40 °F (4 °C) leidt het gebruik van SAE 30 tot problemen bij het
starten.
B
10W-30 - Boven 80 °F (27 °C) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een
hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil regelmatig.
C
5W-30
D
Synthetisch 5W-30
E
®
Vanguard
Synthetisch 15W-50
Controleer het oliepeil
Voordat u het oliepeil controleert
•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Verwijder het ongewenste materiaal rondom het gebied van het oliefilter.
•
Raadpleeg het gedeelte Specificaties voor de oliecapaciteit.
Korte peilstok, indien geïnstalleerd
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 4). Gebruik een doek om olie van de peilstok te
verwijderen.
2.
Plaats de peilstok (A, afbeelding 4). Draai de peilstok niet of klem deze niet vast.
3.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 4) op de peilstok.
4.
Als het oliepeil laag is voegt u langzaam olie toe via de olievulopening (C,
afbeelding 4). U mag niet te veel olie bijvullen. Wacht één minuut en controleer het
oliepeil opnieuw. Zorg ervoor dat het oliepeil correct is.
5.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 4).
Verlengde peilstok, indien geïnstalleerd
60
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 5). Gebruik een doek om resterende olie van de
peilstok te verwijderen.
2.
Plaats de peilstok (A, afbeelding 5). Draai de peilstok niet of klem deze niet vast.
3.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 5) op de peilstok.
4.
Als het oliepeil laag is voegt u langzaam olie toe via de olievulopening (C,
afbeelding 5). U mag niet te veel olie bijvullen. Wacht één minuut en controleer het
oliepeil opnieuw. Zorg ervoor dat het oliepeil correct is.
5.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 5).
6.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie. Raadpleeg het hoofdstuk Olie verwijderen.
Beschermingssysteem tegen laag oliepeil (indien
geïnstalleerd)
Op sommige motoren is een sensor voor laag oliepeil geïnstalleerd. Als het oliepeil laag
is, toont de sensor een waarschuwingslampje of stopt het de motor. Stop de motor en
voer deze stappen uit voordat u de motor start.
•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Voer een controle van de olie uit. Raadpleeg het hoofdstuk Oliepeil
controleren.
•
Als het oliepeil laag is, moet u de correcte hoeveelheid olie bijvullen. Start de
motor en controleer of het waarschuwingslampje (indien geïnstalleerd) niet aan
gaat.
•
Als het oliepeil niet laag is, start de motor niet. Neem contact op met een
erkende servicedealer van Briggs & Stratton om het olieprobleem te verhelpen.
®
garantie
Aanbevolen brandstof
Brandstof moet aan de volgende vereisten voldoen:
•
Schone, verse, loodvrije benzine.
•
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote
hoogte.
•
Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) is toegestaan.
OPGEPAST
Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E15 en E85. Meng geen olie in de
benzine en pas de motor niet aan voor gebruik op alternatieve brandstoffen. Gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen kan beschadiging van motoronderdelen tot gevolg
hebben, die niet onder de garantie worden gerepareerd.
Om het brandstofsysteem te beschermen tegen gomvorming en corrosie, mengt u
een alcoholvrije brandstofstabilisator en een ethanolbehandeling door de brandstof.
Raadpleeg het hoofdstuk Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander bij
start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd
om op benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor gecarbureerde motoren is
EM (motorwijzigingen). Het emissieregelsysteem voor motoren met elektronische
brandstofinjectie zijn ECM (motorbesturingsmodule), MPI (multi-poort injectie), TBI
(gasklephuis brandstofinjectie) en indien hiermee uitgerust een O2S (zuurstofsensor).
Grote hoogte
Bij hoogten boven 5.000 voet (1.524 meter) is benzine met een minimum van
85 octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan.
Voor machines met carburator is afstelling voor werken op grote hoogte noodzakelijk
om een goede werking te behouden. Werking zonder deze aanpassing zal leiden
tot verminderde prestaties, verhoogd brandstofverbruik en verhoogde emissies.
Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton servicedealer voor instructies over de
afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan
2.500 voet (762 meter) met de afstelling voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Bij motoren met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is afstelling voor grote hoogten
niet nodig.