Onderhoud en verzorging
NL
De elektrische stroom afsluiten
BE
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals
vlekkenmiddelen en roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar
krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat.
• Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons
reinigen en afdrogen met keukenpapier.
• De vlamverspreiders moeten regelmatig in een warm sopje worden
gewassen zodat eventuele etensresten makkelijker kunnen worden
verwijderd.
• Bij kookplaten die zijn voorzien van een automatische ontsteking moet het
uiteinde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden
gereinigd en moet u controleren dat de gaatjes van de vlamverspreiders
niet verstopt zijn.
• Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd
kalkhoudend water of agressieve schoonmaakmiddelen (fosforhoudend)
op hebben gelegen. Spoel en droog het dus na het schoonmaken goed
af. Droog watervlekken altijd gelijk af.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat
geval is het noodzakelijk hem te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde
installateur.
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u
de servicedienst belt dient u te controleren of u het euvel zelf kunt oplossen.
Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is, en in
het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig.
Heeft u gecontroleerd of:
• De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme.
Heeft u gecontroleerd of:
• U de knop goed heeft ingedrukt.
• U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren van het
veiligheidsmechanisme.
• De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme
niet verstopt zijn.
54
De brander blijft niet aan als hij op minimum staat.
Heeft u gecontroleerd of:
• De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
• De minimum stand niet goed is ingesteld.
De pannen zijn wankel.
Heeft u gecontroleerd of:
• De bodem van de pan helemaal plat is.
• De pan in het midden van de brander of de kookplaat staat.
• De roosters niet zijn verwisseld.