2. Installatieplaats
2.9. Ventilatie en bereikbaarheid
2.9.1. Bij installatie van één buitenapparaat
De minimale afmetingen zijn als volgt aangegeven, behalve voor Max., hetgeen
betekent de Maximale afmetingen.
Raadpleeg voor alle gevallen de getallen.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-3)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-4)
3 Alleen obstakels aan de achterzijde en de zijkanten (Fig. 2-5)
4 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-6)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
5 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-7)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 500 mm of
meer te bedragen.
6 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde en de zijkanten (Fig. 2-8)
Fig. 2-3
Fig. 2-10
Fig. 2-13
2.9.2. Bij installatie van meerdere buitenapparaten
Laat tussen de onderlinge units minimaal 25 mm ruimte.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-9)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-10)
Installeer niet meer dan drie apparaten naast elkaar. Laat bovendien ruimte vrij zoals afgebeeld.
3 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-11)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
4 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-12)
Indien een optioneel luchtafvoerkanaal wordt toegepast, dient de vrije ruimte 1000 mm of
meer te bedragen.
5 Opstelling met één parallel apparaat (Fig. 2-13)
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1000 mm bedragen.
6 Opstelling met meerdere parallelle apparaten (Fig. 2-14)
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1500 mm bedragen.
7 Opstelling met boven elkaar geplaatste apparaten (Fig. 2-15)
ruimte vrij zoals afgebeeld.
Fig. 2-4
Fig. 2-8
Fig. 2-11
Fig. 2-14
Fig. 2-5
Fig. 2-6
Fig. 2-9
Fig. 2-12
Fig. 2-15