NEDERLANDS
66
nooit met vochtige handen beet.
Vermijd elk direct contact met de lasstroomkring.
De nullastspanning die tussen de contacttip en mas
saklem optreedt kan gevaarlijk zijn.
Breng nooit puntige en/o metalen voorwerpen
binnen in het apparaat.
Stel u zel en andere personen nooit zonder bescher
ming aan de werking van de vlamboog o het gloei
ende metaal bloot. Spetterende lasparels kunnen tot
verbrandingen leiden.
Altijd een juiste laskap, beschermende kleding en
veiligheidshandschoenen dragen.
Werk met een azuiginstallatie o in goed geventi
leerde ruimten.
Let erop, dat zich in een omtrek van 15 meter rond
de vlamboog geen personen zonder beschermende
kleding en oogbescherming bevinden. Bescherm
uzel en omstanders tegen de eventueel gevaarlijke
eecten van de vlamboog!
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Ondeskundig gebruik kan leiden tot ernstig
letsel!
Slangpakkettip en werkstuk na het gebruik eerst laten
akoelen.
Bij vlambooglassen komen dampen vrij die mogelijk
schadelijk zijn.
Lange tijd achtereen met het apparaat werken kan
tot gehoorbeschadigingen leiden. Draag altijd een
gehoorbeschermer.
Let er op dat de lasrook wordt agezogen, resp. de
lasplaats goed geventileerd is.
Opgelet! Ongevalgevaar vanwege
spattende slakdeeltjes
De slak is na het stij worden hard en broos. Ver
volgens wordt deze met de slakhamer kapotges
lagen in deeltjes met scherpe randen, die de ogen
gevaarlijk kunnen verwonden.
Bescherm uw ogen daarom bij het verwijderen
van de slak met een geschikte veiligheidsbril.
Gloeiende slakken en vonken kunnen brand en
explosies veroorzaken. Het apparaat nooit in een
brandgevaarlijke omgeving gebruiken.
Opgelet! Gevaar voor stralen en verbran-
dingen
• Op de werkplek wijzen op het gevaar voor de
ogen door een bord „Let op, niet in de vlammen
kijken!".
• De werkplekken moeten indien mogelijk zo wor
den ageschermd, dat personen in de omgeving
beschermd zijn.
• Onbevoegden moeten op astand van de las
werkzaamheden worden gehouden.
• In de directe omgeving van vaste werkplekken
mogen de wanden niet lichtgekleurd en niet
glanzend zijn.
• De vensters moeten minimaal tot hoodhoogte
worden beschermd tegen het doorlaten o
terugkaatsen van stralen, bijvoorbeeld door een
geschikte veraag.
Houd het lasapparaat voor gevulde draad, de stekker
en de netkabel buiten bereik van open vuur en hete
oppervlakken.
Las niet op reservoirs, vaten o buizen waarin brand
bare vloeisto o gassen hebben gezeten.
Hout, zaagsel, lakken, oplosmiddelen, benzine,
kerosine, aardgas, acetyleen, propaan en dergelijke
materialen dienen van de werkplaats en de omgeving
verwijderd te worden, resp. tegen de vonkenregen
beschermd te zijn.
Opgelet! Brandgevaar vanwege spattende
vonken
Als de smeltvloeibare o gloeiende metalen en
slakdeeltjes op brandbare stoen komen, kunnen
deze ontsteken en brand veroorzaken. Verwijder
daarom voor aanvang van de laswerkzaamheden
alle brandbare voorwerpen uit uw werkgebied.
Zorg ervoor dat een geschikte brandblusser
klaarstaat.
Let met name op bij de volgende materialen:
• Papier
• Lompen
• Textiel
• Hout en houtvezels
• Rubber
• Kunststo
• Benzine
• Olie
• Teerachtige stoen
• Ver en oplosmiddelen