Bij alle werkzaamheden aan de vakantiebewatering de
netadapter uit het stopcontact halen.
De pomp mag uitsluitend gebruikt worden met
14 V-laagspanning in combinatie met de GARDENA
netadapter voor pompen.
Bescherm tegen regen. Gebruik de netadapter alleen in
een tegen regen beschermde omgeving.
Persoonlijke veiligheid
GEVAAR! Verstikkingsgevaar!
Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden
ingeslikt. De polyzak vormt een verstikkingsgevaar
2. INSTALLATIE
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar wanneer het product
onopzettelijk start.
v Onderbreek de stroomtoevoer naar het product
voordat u het product installeert.
Een video over het
installatieproces vindt
u hier:
(J)
Druppelverdeler
:
Er zijn 3 druppelverdelers
veelheden per dag.
(a)
– Lichtgrijs
: voor planten die weinig
water nodig hebben:
(b)
– Medium grijs
: voor planten die
gemiddeld veel water nodig hebben:
(c)
– Donkergrijs
:
voor planten die veel water nodig hebben:
Als een plant meer dan 60 ml water per dag nodig heeft,
gebruikt u voor deze plant verschillende druppelslangen.
3. BEDIENING
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar wanneer het product
onopzettelijk start.
v Onderbreek de stroomtoevoer naar het product
voordat u het waterreservoir vult.
Bewatering starten [ afb.
LET OP!
De pomp loopt schade op als deze droog-
loopt.
v Zorg dat het waterreservoir altijd met voldoende
water is gevuld.
18
13366-20.960.03.indb 18
13366-20.960.03.indb 18
(J)
met verschillende uitgiftehoe-
15 ml/dag
30 ml/dag
60 ml/dag
(5)
]:
voor kleine kinderen. Houd kleine kinderen tijdens
de montage uit de buurt.
Gebruik uitsluitend originele GARDENA onderdelen, aan-
gezien de goede werking van de installatie anders niet
gegarandeerd kan worden.
Laat de pomp niet drooglopen.
Let op de minimale waterstand volgens de technische
gegevens.
Werk niet met het product wanneer u moe bent of wan-
neer u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicij-
nen. Eén moment van onoplettendheid tijdens het gebruik
kan ernstige verwondingen veroorzaken.
Open de pomp niet verder dan in de toestand bij levering
(enige uitzondering: de standvoet).
Voorbereiding:
1. Groepeer uw planten volgens hun waterbehoefte
in 3 groepen.
2. Gebruik sierpotten of schaaltjes, zodat evt. overtollig
water wordt opgevangen.
3. Plaats de druppelverdelers bij elke groep.
4. Plaats het waterreservoir in de buurt van de planten
en een stroomvoorziening.
Afb.
(1)
:
Elke druppelverdeler moet apart op de pomp worden
aangesloten.
Waterhoeveelheid bepalen:
[ Aantal planten x dagelijkse hoeveelheid water in ml
(15, 30 en / of 60) ] x dagen
LET OP!
De planten moeten boven het waterniveau van
het waterreservoir staan, zodat het water van het
waterreservoir niet via de verdeelbuizen kan
wegstromen.
(A)
1. Vul het waterreservoir
met de voordien berekende
hoeveelheid water. (Zorg ervoor dat het waterreservoir
stevig staat).
2. Zet de pomp in het met water gevulde waterreservoir
(Zorg ervoor dat de pomp vlak op de bodem van het
(A)
waterreservoir
staat).
(B)
3. Sluit de pomp
aan op de netadapter
(C)
4. Steek de netadapter
in een stopcontact.
De besproeiing start gedurende 1 minuut en de LED
brandt groen.
5. Controleer tijdens de eerste bewatering of geen enkele
verbinding lekt.
De bewatering wordt elke dag herhaald op het tijdstip
waarop de netadapter in het stopcontact werd gestoken.
(A)
(A)
.
(C)
.
19.05.22 10:33
19.05.22 10:33
4
P
v
P
N
b
P
c
L
L