De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.8 Timer
• Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om de lengte
van één kooksessie in te stellen.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone
in en dan de functie.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren of de tijd te
wijzigen: tik op
tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het
lampje van de kookzone gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Om de resterende tijd te zien: tik op
de kookzone in te stellen. Het indicatielampje
van de kookzone begint te knipperen. Op het
display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de functie te deactiveren: tik op
de kookzone in te stellen en tik vervolgens
op
. De resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Als de aftelling beëindigd is,
klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
Om de functie te stoppen: tik op
• Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken wanneer de
kookplaat is ingeschakeld maar de
kookzones niet werken. De warmtestand op
het display toont
Om de functie te activeren: tik op
vervolgens op
of
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Om de functie te stoppen: tik op
De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
totdat het lampje van een
of
van de timer om de
.
.
en tik
van de timer om de
.
5.9 Pauzeren
Deze functie stelt alle kookzones in die op de
laagste warmte-instelling werken.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen
vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
Druk op
gaat aan. De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Om de functie uit te schakelen: druk op
De vorige kookstand gaat aan.
5.10 Vergrendeling
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
om
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
om
De functie uitschakelen: Raak
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u
deze functie ook.
5.11 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
om de functie te activeren.
. Stel geen warmteinstelling
4 seconden aan.
. Stel geen warmteinstelling
4 seconden aan.
.
gaat aan. Raak
NEDERLANDS
.
aan.
aan. De
gaat aan.
.
gaat aan.
.
4
11