Als het moeilijk wordt om de kalk met een kwast te verwijderen:
•
Vul het reservoir met een mengsel van 1 lepeltje witte azijn en 1 lepeltje water.
•
Laat dit 5 minuten inwerken.
•
Reinig, met azijn in het reservoir, alle interne oppervlakken met een zachte doek of met een kwast, om de kalk te
verwijderen.
•
Controleer ook het mondstuk van de nevel en de leiding van de nevel in het waterreservoir. Reinig zoals nodig is.
•
Spoel zorgvuldig met water om de kalk en de azijnoplossing te verwijderen.
4.1 - OPSLAG AAN EINDE SEIZOEN
•
Volg de instructies voor de reiniging en de ontkalking wanneer de luchtbevochtiger opgeslagen wordt aan het einde
van het seizoen.
•
Droog de luchtbevochtiger volledig alvorens hem op te slaan. Berg hem NIET op terwijl nog water in de bak of in het
waterreservoir zit.
•
Verpak de unit in zijn originele kartonnen verpakking en bewaar het op een koele en droge plaats.
Als een probleem geconstateerd wordt, probeer dan niet zelf de behuizing van de motor te openen.
Deze handeling kan de garantie annuleren en de luchtbevochtiger schade toebrengen of persoonlijk
letsel veroorzaken.
5 - GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM
Er wordt geen waterdamp en vocht
geproduceerd.
De lucht blaast maar er wordt geen
waterdamp geproduceerd.
Het vochtigheidsniveau is laag.
De vochtigheid ruikt vies.
Er ontstaat wit poeder op de meubels
in de nabijheid.
De unit is opgehouden met werken.
Het water vormt een plas buiten de
unit of in de zone rondom de unit.
Er druppelt water tijdens het vullen.
Toename van het geluidsniveau.
Knipperende lichtsymbolen.
NL - 8
• Voedingsstekker: Afsluiten en opnieuw proberen.
• Stroomonderbreking: Opnieuw proberen wanneer de stroom terugkeert.
• Installatie van het reservoir: Controleer of het reservoir correct aangesloten is.
• Het oppervlak van de ultrasoon schijf is vuil: Reinig de ultrasoon schijf.
• Teveel water: Verwijder een bepaalde hoeveelheid water uit het reservoir.
• Er kunnen wat resten reinigingsmiddel en/of bestanddelen van olie van cosmeticaproducten,
enz. in het reservoir aanwezig zijn; was het reservoir en probeer het opnieuw.
• Het oppervlak van de ultrasoon schijf is vuil: Reinig de ultrasoon schijf.
• Als hard water gebruikt wordt, vervang dat dan door zachter water.
• Het oppervlak van de ultrasoon schijf is vuil: Reinig de ultrasoon schijf.
• Het water in de unit is te koud: Vervang het door vers water dat echter niet koud is.
• Weinig onderhoud of vuil water: Reinig het product zorgvuldig en vul het met zacht water.
• Het harde water kan leiden tot een bepaalde hoeveelheid poederaanslag. Ook het stof
in de lucht kan een aanslag vormen omdat er meer vochtigheid in het vertrek is. Gebruik
gedestilleerd water als u hiervan hinder ondervindt.
• Water op of weinig water. Sluit de unit af en vul het reservoir bij.
• Verzadiging van de vochtigheid. Verlaag de instelling van de nevelregeling.
• De unit is niet genivelleerd en het water hoopt zich op. Sluit de unit af en zet hem op een
genivelleerd oppervlak. Richt de spuitopening ver van voorwerpen. Zet de unit op een
genivelleerd waterbestendig oppervlak op minstens 60 cm van de vloer.
• Er is water achtergebleven op de bodem van het reservoir. Reinig het reservoir of kantel het
om het water af te voeren alvorens het reservoir te verplaatsen.
• De unit moet op een vlak, genivelleerd en hard oppervlak gezet worden. Controleer of het
NIET op een zacht of absorberend oppervlak staat.
• Duidt op weinig water. Sluit het reservoir af en vul het bij.
OPLOSSING