5. Eerst de tanden aan de ene kant slijpen.
Draai de zaag vervolgens om en slijp de
tanden aan de andere kant.
6. De ketting is versleten en moet door een
nieuwe worden vervangen als nog maar
ca. 4 mm van de zaagtand over is.
7. Na het slijpen moeten alle snijdelen even
lang en breed zijn.
8. Na 3 keer slijpen moet de slijpdiepte
(dieptebegrenzing) gecontroleerd worden
en de hoogte met een platte vijl worden
bijgevijld. De dieptebegrenzer moet onge-
veer 0,65 mm tegenover de zaagtand te-
rug worden gezet. Na het terugzetten de
dieptebegrenzer aan de voorkant een
beetje afronden.
Zaagketting vervangen
Gebruik stevige handschoenen als u
de ketting of het zaagblad vastpakt.
Bevestig een nieuwe ketting nooit op
versleten tanden of een beschadigd of
versleten zaagblad.
1. Schakel het apparaat uit met de stop-
schakelaar
.
2. Draai de kettingspanschroef (
de wijzers van de klok in, om de ketting
te ontspannen.
3. Verwijder de oude ketting.
Het monteren en opspannen van de nieuwe
zaagketting wordt in het hoofdstuk
'Inbedrijfstelling' beschreven.
Nieuwe zaagketting laten 'inlopen':
Een nieuwe ketting gaat na verloop van tijd
minder strak op het blad zitten. Daarom moet
de ketting in eerste instantie na 5 keer zagen,
daarna met langere tussenpozen worden
opgespannen.
Kettingspanning controleren
Het instellen van de kettingspanning wordt be-
schreven in het hoofdstuk 'Inbedrijfstelling,
zaagketting opspannen'.
• Schakel het apparaat uit met de stop-
schakelaar
• Controleer de kettingspanning regelmatig
en span de ketting zo vaak mogelijk op, zo-
dat de ketting zo dicht mogelijk tegen het
zaagblad loopt, maar wel met de hand kan
worden getrokken.
Onderhoud van het zwaard
Het zwaard moet na alle 8-10 uur gebruik om-
gedraaid worden om een gelijkmatige slijtage
te garanderen.
1. Schakel het apparaat uit met de stop-
schakelaar. Verwijder de zaagketting en het
zaagblad.
2. Controleer het zaagblad op slijtage. Verwij-
, 12) tegen
der bramen en vijl de geleidingsvlakken
met een vlakke vijl.
Instellen van de carburateur
.
Bij werkzaamheden aan de ketting
of aan het zwaard altijd snijvaste
handschoenen dragen.
3. Reinig de olietoevoeropeningen in
het zaagblad en het oliekanaal van
de machine om te zorgen dat de
zaagketting tijdens de werking
automatisch wordt gesmeerd.
Bij optimale toestand van de olie ope-
ningen spat er enkele seconden na
het starten van de zaag automatisch
een beetje olie van de ketting.
Wanneer uw boomzaag bij aanvang
niet optimaal functioneert of indien
er na korte tijd een vermogen-
NL
B
59