Nederlands
NEE.
Bewerkingsstand
1
1
Elektronische
2
2
pulsstand
3
3
4
1
5
2
Boutstand *1
6
3
7
Continu 20 N·m {204 kgf·cm}
8 Stand zelfborende
1
9 schroef *2
2
------
10 Boorstand *3
11
1
12
2
13
3
14
4
15 Elektronische
5
16 klemstand *4
6
17
7
18
8
19
9
20
10
Het maximale koppel in de lijst is het maximale koppel dat de machine zelf genereert in een ingestelde bedrijfsstand.
Het vastzetkoppel bij een vastzetbewerking is afhankelijk van de gebruikte schroef of het gebruikte klemmechanisme.
Het is dan ook gewenst een paar schroeven vast te draaien ter bevestiging.
*1: De boutstanden 1, 2 en 3 worden ten keer ingesteld om het koppel nauwkeurig te verbeteren.
*2: Voordat u een dunne plaat vastzet met een zelftappende schroef, zorgt u ervoor dat de dikte van de plaat geschikt
is voor de diameter van de schroef.
*3: Bij montage van BCL1015: 1,6 N·m {16 kgf·cm}, Bij montage van BCL1030M: 2,5 N·m {25 kgf·cm}
*4: In de elektronische koppelingsstanden 4-10 kan de machine even in omgekeerde richting draaien, terwijl de
belasting stijgt. Zo wordt schade aan de schroefkop vermeden.
De machine start met een lage draaisnelheid en zet zachtjes vast.
De motor stopt automatisch met draaien als het koppel de ingestelde stand bereikt, zodat de schroef niet te ver
wordt vastgezet.
Er wordt geen geluid van een koppeling gehoord, zoals bij een mechanisch type.
U kunt de omschakelbare standen veranderen met de daarvoor bestemde software, door de communicatieadaptor
aan te sluiten tussen de machine en de computer.
2. Kenmerken van de elektronische pulsaansturing
In tegenstelling tot een conventionele draaiaansturing,
genereert de elektronische pulsaansturing de
slagkracht door de motor herhaaldelijk vooruit en
achteruit te draaien.
Dit mechanisme zorgt voor een stillere werking.
De volgende kenmerken zijn niet gewoon voor een
conventionele draaiaansturing maar dit zijn geen
tekenen van een onjuiste werking.
Het gereedschap heeft de neiging warm te worden
bij voortdurend aandraaien van schroeven.
Om de motor en de elektronische onderdelen die de
werking besturen te beschermen, is dit gereedschap
voorzien van een temperatuurbeveiligingscircuit.
Afhankelijk van de schroef en het materiaal waarin
geschroefd wordt, kan de draaiactie snel beginnen.
Omdat de draaiactie de temperatuur van de motor en
de elektronische onderdelen doet toenemen, kan het
teemperatuurbeveiligingscircuit
geactiveerd worden.
55
Lijst van ingebouwde bedrijfsstanden
Maximum koppel Onbelaste snelheid Aantal slagen
min
13 N·m {133 kgf·cm} 0 - 1300
min
19 N·m {194 kgf·cm} 0 - 2200
min
10 N·m {102 kgf·cm} 0 - 770
min
15 N·m {153 kgf·cm} 0 - 1040
20 N·m {204 kgf·cm}
min
0 - 1300
3,5 N·m {36 kgf·cm}
min
0 - 2200
14 N·m {143 kgf·cm}
1,6 N·m {16 kgf·cm} 0 - 2200
min
2,5 N·m {25 kgf·cm}
min
1 N·m {10 kgf·cm}
0 - 250
min
1,4 N·m {14 kgf·cm} 0 - 350
min
1,8 N·m {18 kgf·cm} 0 - 450
min
2,3 N·m {23 kgf·cm} 0 - 550
min
2,8 N·m {29 kgf·cm} 0 - 650
min
3,3 N·m {34 kgf·cm} 0 - 750
min
3,9 N·m {40 kgf·cm} 0 - 850
min
4,6 N·m {47 kgf·cm} 0 - 950
min
5,3 N·m {54 kgf·cm} 0 - 1040
min
6 N·m {61 kgf·cm} 0 - 1140
vroegtijdig
-1
min
-1
1090
Houtschroef
-1
-1
min
aandraaen
1050
-1
-1
Bout
-1
min
1030
aandraaien Zeer sterke bout : M4 – M6
-1
Zelfborende
-1
-1
min
1090
schroef
aandraaien
-1
Boren
-1
-1
Schroef
vastzetten
-1
-1
------
-1
Schroef
tappen
-1
-1
-1
Gipsplaat
monteren
-1
-1
Zie "1. Continugebruik" op pagina 57 om het afsluiten
van de werking op te heffen die door het
temperatuurbeveilidingscircuit is veroorzaakt.
Verder controleert de elektronische pulsbesturing
voortdurend het toerental van de motor om voor elke
stand de optimale werking te bieden.
Daarom kunnen tijdens het gebruik de volgende zaken
voorkomen.
Het gedrag aan het begin van een activiteit verschilt
per stand.
In de stand zelfborende schroef (1) neemt de snelheid
langzaam toe.
In de elektronische klemstand (standaard rotatie) draait
de motor een bepaalde periode na het starten op een
heel lage snelheid, waarna de snelheid toeneemt.
De elektronische klemstand (achteruitdraaistand)
bereikt direct bij het starten het vooraf ingestelde
toerental.
betekent standaardbedrijfsstand.
Toepassing
Aandraaien van schroef korter dan 32 mm
Aandraaien van 32 – 50 mm-schroef
Aandraaien van 50 mm-schroef
Gewone bout : M4 – M8
ø3,5
ø4 – ø5
Hout ø12, Metaal ø5, Mortel ø6
– M6