Nederlands
OVER BATTERIJ BCL1030M
1. Batterijcapaciteitsindicator
<Het scherm aflezen>
Afb. 9-a Tijdens het opladen, Tijdens een pauze
Afb. 9-b Bij gebruik van de machine
(
: Brandt,
: Gaat uit,
: Knippert snel (per 0,5 seconde))
(1) Tijdens het opladen (Afb. 10)
De indicatielampjes knipperen en geven de
hoeveelheid lading in de batterij aan.
(2) Tijdens een pauze (Afb. 11)
De indicatielampjes knipperen altijd en geven de
resterende lading in de batterij aan.
(3) Bij gebruik van de machine (Afb. 12)
Wordt de draadloze machine ingeschakeld, dan gaan
de indicatielampjes branden en geven ze de
resterende capaciteit in de batterij aan. Drie seconden
nadat de schakelaar is losgelaten, gaan de
indicatielampjes knipperen.
2. Beschermingsfunctie
In het volgende geval 1 en 2 kan de motor van de
draadloze machine stoppen (indicatielampjes zi uit)
tijdens het gebruik. Dit wijst niet op een storing maar
gebeurt door het inwerkingtreden van de
beschermingsfunctie.
(1) De motor stopt als de batterij bijna leeg is
(batterijspanning onder 6V). In dat geval moet de
batterij direct herladen worden.
(2) De motor kan stoppen als de draadloze machine
overbelast wordt. Laat in dat geval de schakelaar los
en verwijder de oorzaak van de overbelasting. Daarna
kunt u de machine weer gebruiken.
3. Indicatie van stringen (Afb. 13)
Knipperen de indicatielampjes snel (per 0,5-seconde),
dan kan dat duiden op een batterijstoring. Breng de
batterij terug naar de plaats van aankoop.
4. De levensduur van de batterij bepalen
Wordt de bedrijfstijd van de batterij merkbaar korter
nadat de batterij correct is opgeladen, dan duidt dat
op het einde van de levensduur van de batterij. We
adviseren een nieuwe batterij te kopen.
OPMERKING:
Wordt de machine langere tijd niet gebruikt, dan kan
de batterij zo zwak worden dat de lampjes niet meer
kunnen branden om het resterende vermogen aan te
geven. de lampjes zullen weer branden als de batterij
opgeladen is.
Tips om de duur van de batterij te verlengen
(1) Laad de batterij op voordat hij volledig ontladen is.
Merkt u dat het vermogen van de machine daalt,
gebruik hem dan niet meer en laad eerst de batterij
op.
Zou u de machine verder gebruiken en de batterij
verder ontladen, dan loopt de batterij schade op,
resulterend in een kortere levensduur.
(2) Laad de batterij niet bij een hoge temperatuur.
De batterij wordt direct na gebruik van de machine
heet.
Laadt u de batterij te snel op, dan zullen de chemische
stoffen in de batterij ontbinden, resulterend in een
kortere levensduur.
Laat de batterij even rustig afkoelen voordat u hem
weer oplaadt.
57
: Knippert, (per 2 seconden),
*
Is er iets dat u niet begrijpt over het product, vraag
dan
informatie
servicevertegenwoordiger.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. Continugebruik
Als
u
voortdurend
termperatuurbeveiligingscircuit snel actief worden.
(Zie "2. Kenmerken van de elektronische
pulsaansturing" op pagina 55.)
Als het ingeschakelde temperatuurbeveiligingscircuit
het gereedschap uitschakelt, knippert de LED om aan
te geven dat het gereedschap te warm is geworden.
De LED dooft automatisch na ongeveer 30 seconden.
Als u continu werkt, moet u het gereedschap ongeveer
15 minuten laten afkoelen met een vervangende
herlaadbare accu.
OPMERKING:
Als
het
gereedschap
temperatuurbeveiligingscircuit wordt uitgeschakeld,
moet u het voldoende laten afkoelen.
U kunt het gereedschap weer gebruiken als het is
afgekoeld.
Zolang het gereedschap niet voldoende is afgekoeld,
kan het niet starten door de schakelaar in de aan-
stand te zetten. De LED knippert tijdens het aanzetten
van de schakelaar. Wacht tot het gereedschap
voldoende is afgekoeld.
Raak de voorkant van het gereedschap niet aan tijdens
continuwerk. Dit is erg warm.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer de
trekschakelaar slechts een beetje wordt overgehaald
(laag toerental) en de motor gestopt wordt terwijl u
een schroef aan het indraaien bent, onderdelen van
het elektronisch circuit oververhit en beschadigd
raken.
3. Het gereedschap vasthouden en drukkracht
uitoefenen
Houd het gereedschap stevig vast met beide handen
en houd het recht op een schroef of bout. Het is niet
nodig om het gereedschap extra krachtig tegen
materiaal aan te drukken.
Let op dat u niet teveel druk/wrikkracht op het
gereedschap uitoefent. Dat kan het gereedschap
beschadigen.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van de boor
Slijp of vervang de boor wanneer slijtage
gekonstateerd wordt; gebruik van eengekonstateerd
wordt; gebruik van een stompe boor vermindert de
efficientie en kan de motor beschadigen.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven moeten regelmatig
geïnspecteerd en gecontroleerd worden of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
bij
de
dichtstbijzende
indraait,
kan
door
het
het