Holmatro ICU 05 Serie Manual página 14

NL
5 Werking
5.1 Systeemwerking
5.1.1 Algemeen
Een systeem is een samenstel van een hydraulische pomp, een slang(en) en één of meerdere
gereedschappen. De hydraulische pomp wordt aangedreven door een verbrandingsmotor,
elektromotor, pneumatisch of middels hand- of voetkracht.
Deze pomp verplaatst hydrauliekolie en is in staat druk op te bouwen. De slang dient als
transportmiddel van de hydraulische olie tussen de pomp en de apparatuur.
In het gereedschap bevindt zich een hydraulische cilinder met daarin een zuiger die een axiale
beweging kan maken. Als de cilinder aan de onderzijde wordt volgepompt dan wordt er druk
opgebouwd onder de zuiger zodat deze naar buiten wordt gedrukt. Wordt de cilinder aan de bovenzijde
volgepompt dan wordt de zuiger in de cilinder gedrukt.
De beweegrichting van de cilinder wordt bepaald door een regelventiel, de zogenaamde
dodemansgreep. Deze dodemansgreep kan men naar links of rechts draaien waardoor de
beweegrichting van de zuiger wordt bepaald. In de middenstand wordt er geen druk opgebouwd in de
cilinder en stroomt de olie drukloos terug naar de pomp. Als de dodemansgreep wordt losgelaten komt
deze vanzelf terug in de middenstand en stopt de beweging van de zuiger.
In gereedschappen als scharen, spreiders en combigereedschappen brengt de axiale beweging van de
zuiger een mechanisme in beweging dat hier vervolgens een knip- of spreidbeweging van maakt.
De slang is het uitrustingsstuk dat de anderen met elkaar verbindt en zorgt dat
een systeem ontstaat.
De draagbeugel is op het gereedschap bevestigd met een sluitring, waarmee de handgreep in de
gewenste stand kan worden vergrendeld.
Voor industriële toepassingen wordt standaard het Quick-Lock-slangkoppelsysteem gebruikt.
5.1.2 Quick-Lock
De Quick-Lock-koppeling is de snelkoppeling die wordt gebruikt voor enkele of dubbele slangen. Bij
dubbele slangen zijn de toevoerslang en de retourslang gebundeld met trekbanden. Elk uiteinde van de
slang(en) heeft een vrouwelijke en een mannelijke koppeling. Als u een gereedschap en/of slang wil
(ont)koppelen, haal dan eerst de druk van de pompkoppeling. Als u de koppelingen wilt (ont)koppelen,
duw dan de sluitring naar achteren en (ont)koppel de koppelingen. Draai de borgring aan de vrouwelijke
kant met de klok mee om de sluitring te vergrendelen, en tegen de klok in om deze te ontgrendelen.
5.2 Koppelen van de hydraulische slang(en)
Gewoonlijk is het apparaat voorzien van een vrouwelijke en een mannelijke Quick-Lock-koppeling. De
hydraulische slang(en) van de pomp moet(en) zijn voorzien van een mannelijke en een vrouwelijke
Quick-Lock-koppeling.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
Zorg er altijd voor dat de drukontlastklep in de middenstand staat, voordat u de hydraulische
slang(en) op de pomp aansluit.
Zorg ervoor dat de pomp wordt uitgeschakeld.
5.2.1 Quick-Lock-koppelingen
Zie Fig. 4.
• Draai de borgring op de vrouwelijke koppeling tegen de klok in om de sluitring te ontgrendelen.
14 916.000.905_002 ICU05/10