3. Om het schrikdraadapparaat in te schakelen, houdt u de aan-uitknop (1) langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De controle-LED (2) knippert blauw in overeenstemming met de impulsen.
4. Houd een schroevendraaier met het niet-geïsoleerde deel tegen een van de aansluitingen,
terwijl u met de punt van de schroevendraaier naar de andere aansluiting beweegt.
Vlak voordat de punt van de schroevendraaier de aansluiting aanraakt, ontstaat een kleine
spanningsoverslag (vonk).
Als de controle-LED (2) niet knippert of er is geen spanningsoverslag, controleer dan de
netspanning of het netsnoer. Als hier geen sprake is van een storing, moet het apparaat door een
specialist worden gecontroleerd.
N OOT
Gebruik geen multimeters om de spanning te testen. Deze zijn niet geschikt voor
de hoge spanningen van het schrikdraadapparaat, gebruik hiervoor speciale
spanningstesters zoals art. 44700 en 44876
7.4
DE JUISTE AARDING
WA ARS CHUW IN G VOO R E LEKTRISC HE S PANNINGEN
»
Volg voor aarding de veiligheidsvoorschriften voor locatie en installatie (zie
hoofdstuk 2.2).
»
Houd een afstand van 10 m tot andere geaarde systemen (bijv. de beschermende
aarde van het elektriciteitsnet of de aarde van een telecommunicatiesysteem).
»
Zorg ervoor dat de aarding niet toegankelijk is voor dieren of andere personen
om mogelijke schade te voorkomen. De aarding moet echter toegankelijk zijn
voor onderhoud.
Een goede aarding van de afrastering is uiterst belangrijk. Als u voor een optimale aarding zorgt,
zal de VOSS.pet fenci duo zijn volle vermogen bereiken en zult u de best mogelijke veiligheid aan
de afrastering bereiken.
∙
Kies indien mogelijk een vochtige en begroeide plek voor de aarding.
∙
Verzinkte metalen palen met een minimumlengte van 50 cm (bijv. art. nr. 44214) dienen als
aardpennen.
∙
Plaats bij droge grond en lange afrasteringen extra aardpennen op een afstand van ongeveer 2-
3 m van elkaar om de aarding te verbeteren. Wij bevelen art. nr. 33615 aan als verbindingskabel
tussen de aardpennen.
Ti p voor de ju iste afstand
Het volgende is van toepassing: Lengte van de aardpen + lengte van de tweede aardpen
= min. afstand tussen de twee aardpennen (bijv.: aardpen 1 (0,75 m) + aardpen 2 (1,5 m) =
min. 2,25 m afstand tussen beide aardpennen)
92
GEBRUIKSAANWIJZING VOSS.PET FENCI DUO
41225 - 12.2022 - V1