GEBRUIKSAANWIJZING VOSS.PET FENCI DUO
10
FOUT- EN PROBLEEMOPLOSSING
N O OT
»
Breng geen onkundige veranderingen of wijzigingen aan het apparaat aan.
»
Open nooit de behuizing. Neem voor reparaties contact op met de serviceafdeling.
Als er storingen of andere defecten aan het apparaat worden geconstateerd, ook na het volgen
van de onderstaande suggesties, neem dan contact op met de servicedienst. De contactgegevens
staan in hoofdstuk 19.
Fout/probleem
Oplossing
∙
∙
Apparaat werkt
niet/LED licht
∙
niet op
∙
LED knippert
∙
rood
∙
∙
∙
∙
Spanningsverlies/
∙
ontlading bij de
afrastering
∙
Afwijking of
kortsluiting
Gebruik geen conventionele kabel voor de verbinding. Wij adviseren het
van de
gebruik van een hoogspanningskabel (art. 32611).
verbindingskabel
van de omheining
Spanning op de
Lengte van de omheining te lang. Verklein het gebied of gebruik een krachtiger
afrastering niet
apparaat.
voldoende
∙
∙
Slechte aarding
∙
41225 - 12.2022 - V1
Controleer de werking van het apparaat (zie paragraaf 7.3).
Controleer het gebruikte stopcontact. Neem contact op met gekwalificeerd
personeel voor reparaties.
Controleer de conditie van de aangesloten accu. Vervang de accu of laad
deze op indien nodig.
Snel dubbel knipperen: De accuspanning is gedaald tot onder de 12 V.
Controleer de conditie van de aangesloten accu. Vervang de accu of laad
deze op indien nodig.
Snel kort knipperen: De accuspanning is gedaald tot onder 11,4 V en het
apparaat is uitgeschakeld. Vervang de accu of laad deze op indien nodig.
Afrasteringsspanning is gedaald tot onder 2,5 kV. Controleer de toestand
van de omheining.
Verwijder vegetatie van de omheining (maaien, terugsnoeien).
Controleer of de isolatoren defect zijn (herkenbaar aan "barsten" en
eventueel vonken in de isolator). Vervang defecte en verweerde isolatoren.
Controleer of het geleidermateriaal de grond raakt (bijv. door breuken,
onvoldoende mechanische spanning). Repareer de omheining, gebruik
alleen speciale verbinders en span het geleidermateriaal.
Controleer of het geleidermateriaal ongunstige eigenschappen heeft
(dunne geleider, hoge weerstand). Gebruik hoogwaardig geleidermateriaal
met lage weerstand en grotere doorsnede. Zorg voor bedrading van hoge
kwaliteit van het geleidermateriaal.
Zorg ervoor dat het geleidermateriaal niet met knopen is verbonden en
dat er voldoende verbinding is. Gebruik geschikte speciale verbinders
voor het geleidermateriaal.
Volg de tips in hoofdstuk 7.4.
Controleer of de aardpen gecorrodeerd is. Vervang gecorrodeerde
aardpennen.
Controleer of de kabels/aansluitingen intact zijn. Vervang de defecte
onderdelen.
DE
EN
FR
IT
NL
SV
ES
PL
95