In-/uitschakelen
1. Voor het inschakelen van het appa-
raat, drukt u op de aan-/uitknop (2).
De LED-lamp brandt nu op maximale
helderheid.
2. Voor het uitschakelen van het appa-
raat, drukt u op de aan-/uitknop (2).
Lichtmodus schakelen
Wanneer u het apparaat inschakelt, brandt
de LED-lamp met maximale helderheid.
Verander de lichtmodus door te drukken op
de schakelaar (1) naast de aan-/uitknop
(2).
De modi verschij nen in de volgende,
herhaalde volgorde: 2000 lm - 1000 lm -
knipperlicht
Werkinstructies
Niet in de ingeschakelde accu-LED-
werklamp kij ken.
De accu-LED-werklamp
zwenken
1. Draai de instelschroef (4) los.
2. Draai de accu-LED-werklamp met de
greep (3) in de gewenste positie.
3. Zet de instelschroef (4) vast.
De accu-LED-werklamp
ophangen
De accu-LED-werklamp
aan de haak hangen
1. Klap de haak (5) uit.
2. Hang het apparaat loodrecht op.
De accu-LED-werklamp
met de sleutelgatboring op-
hangen
1. Breng een schroef of een nagel aan op
een gepaste positie op de wand.
2. De diameter van de schroef-/nagelkop
moet tussen 7-10 mm bedragen.
3. Laat de schroef-/nagelkop ongeveer
10 mm uit de wand steken.
4. Hang het apparaat loodrecht op aan
de sleutelgatboring (15).
De accu-LED-werklamp aan
de bodemplaat ophangen
1. Breng een schroef of een nagel aan op
een gepaste positie op de wand.
2. De diameter van de schroef-/nagelkop
moet tussen 7-10 mm bedragen.
3. Laat de schroef-/nagelkop ongeveer
10 mm uit de wand steken.
4. Hang het apparaat loodrecht op aan
de uitsparing (6)van de getande bo-
demplaat.
Met behulp van de tanden kunt u het
apparaat horizontaal ophangen.
Schroefdraad van statief
Met behulp van een interne
/
„-schroefdraad (16) kunt u de accu-LED-
5
8
werklamp op een statief (niet inbegrepen)
schroeven.
NL
BE
/
"- of
1
4
41