Opbouw aandrijfmotor
Cilinderinhoud
Max. vermogen (motor)
Brandstof
Tankinhoud
Soort motorolie
Hoeveelheid olie (ca.)
Verbruik bij volledige
belasting
Gewicht
Temperatuur max.
Max. plaatsingshoogte
(boven NAP)
Bougie
Technische wijzigingen voorbehouden!
Bedrijfsmodus S1 (continu gebruik)
De machine kan continu met het aangegeven vermo-
gen worden gebruikt.
Bedrijfsmodus S2 (kortstondig gebruik)
De machine mag kortstondig bij maximaal vermogen
worden gebruikt.
Informatie over de geluidsproductie gemeten vol-
gens de relevante normen (EN ISO 3744:1995,
ISO 8528-10:1998):
Geluidsdrukniveau L pA
Geluidsvermogen L
wA
Meetonnauwkeurigheid K
Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
7.
Uitpakken
• Open de verpakking en haal het apparaat er voor-
zichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de verpak-
kings- en transportbeveiligingen (indien voorhanden).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het apparaat en de hulpstukken op trans-
portschade. Bij klachten moet direct contact worden
opgenomen met de expediteur. Reclamaties op een
later tijdstip worden niet erkend.
70 | NL
4-takt 1 cilinder
luchtgekoeld
= 79 cm/s
2,2 kW/ 3 PS
Super E10 benzine
4,1 l
15W40
350 ml
1,27 l/h
17,5 kg
40
°
1000 m
A7RTC
71,6 dB
91,6 dB
1,13 dB
pA
www.scheppach.com
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
• Maak u voor aanvang van de werkzaamheden be-
3
kend met het product aan de hand van de gebruiks-
handleiding.
• Gebruik bij accessoires alsook slijtage- en reserve-
onderdelen uitsluitend originele onderdelen. Reser-
veonderdelen zijn verkrijgbaar bij de leverancier.
• Geef bij bestellingen onze artikelnummers alsook
type en bouwjaar van het product aan.
m GEVAAR!
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn
geen kinderspeelgoed!
C
Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en
kleine onderdelen spelen! Er bestaat gevaar voor
inslikken en verstikkingsgevaar!
8. Voor de ingebruikname
Elektrische veiligheid
Voor het gebruik dienen de generator en de bijbeho-
rende elektrische apparatuur (inclusief de leidingen
en stekkerverbindingen) op defecten geïnspecteerd te
worden.
Verbind de stroomgenerator nooit met de stroomvoor-
ziening (contactdoos).
De leidinglengtes naar de verbruiker moeten zo kort
mogelijk worden gehouden.
8.1
Aarding (afb. 3)
m Let op! Elektrische schok!
- Geen ongeïsoleerd draad om te aarden gebruiken.
- Generator moet goed geaard zijn.
Om statische ladingen af te laten vloeien, moet de be-
huizing worden geaard. Hiervoor wordt een kabel aan
een zijde op de aardingsklem (12) van de generator en
aan de andere kant met een externe massa (bijv. aard-
pen) verbonden.
m LET OP!
Controle voor gebruik
• Controleer alle zijdes van de motor op olie of brand-
stoflekken.
• Controleer het motoroliepeil.
• Controleer het brandstofpeil – Vul de tank met min-
stens 2 liter Super E10 benzine.
• Controleer de conditie van het luchtfilter.
• Controleer de conditie van de brandstofleidingen.
• Let op tekenen van schade.