INSTALLATIE
Het toestel moet worden geïnstalleerd in een droge omgeving (IP30), op een vlak
oppervlak met behulp van de bevestigingspunten (zie Fig. 4) en zal een installatie
type X vereisen. De aanbevolen hoogte voor de installatie varieert tussen 1,5 en
1,8 m. Op zijn beurt is het belangrijk om de installatielocaties te selecteren waar
er geen omstandigheden zijn die de meting kunnen verstoren, zoals plaatsen
met direct zonlicht, te dicht bij een bewoner, directe luchtstromen van ramen,
deuren of ventilatiesystemen.
De voorklep wordt geopend met behulp van een gereedschap door op de twee
druksluitingen aan beide uiteinden van de klep te drukken (zie Fig. 5). Voor veili-
NL
gheid redenen, moeten de kabels geklemd worden aan de support zoals in Fig. 6.
In geval van een installatie waarbij de bedrading oppervlakkig wordt verplaatst,
moet deze worden ondergebracht in een beschermend IP4X-kwaliteitskanaal
dat is geclassificeerd als "kanalen met toegangsklep die alleen met gereedschap
kunnen worden geopend" volgens UNE-EN 50.085-1.
Voorzie de vaste bedradingsinstallatie van een extern beveiligings- en stop/
run-systeem.
INBEDRIJFSTELLING
Aansluiten (pairing) AIRSENS RF TEMP
Bekijk de REC.AIRSENS RF (ontvanger) instructie, welke procedure u moet vol-
gen voor pairing.
De 2 minuten tijdslimiet waarin u de pairing kunt doen, begint wanneer u de
bovengenoemde ontvanger aanzet. De AIRSENS RF zender kan altijd aangezet
worden, voor pairing. Wanneer de tijdslimiet is verstreken, en u op de S2 knop
drukt op de AIRSENS RF (zie Fig.1), zal de LED D17 5 keer knipperen, als de
sensor binnen bereik is van de RF en gepaired is met de ontvanger. Wanneer
er geen reactie is, na het indrukken, dan is het buiten bereik en niet gepaired.
Bedrijfsmodi (zie Fig. 2)
MF1: Relais + Modbus (lezing) – [SW1-4=OFF]
Relais instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden: 28ºC
MF2: Analoge uitgang 0-10 Vdc + Modbus (lezing) – [SW1=ON, SW2-4=OFF]
Analoge uitgang 0-10 Vdc instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden:
28ºC
42