MF3: Analoge uitgang 2-10 Vdc + Modbus (lezing) – [SW1-2=ON, SW3-4=OFF]
Analoge uitgang 2-10 Vdc instelbaar met potentiometer P1. Fabriekswaarden:
28ºC
MF4: Controle Modbus – [SW1-3=ON, SW4=OFF]
Toegang tot het lezen, bewerken en communiceren van bedrijfsparameters via
Modbus-protocolbesturing (zie kaart Modbus Tabel 1). Analoog relais en signaal
ingeschakeld. Fabriekswaarden: 28ºC
Opmerking: Met een combinatie van andere microschakelaars dan die zijn bes-
chreven, is de lichtgeleider uitgeschakeld en zijn de digitale/analoge uitgangen
niet operationeel.
Op de elektronische plaat bevinden zich drie leds (zie Fig.1) met de volgende func-
ties:
LED
Kleur
16
Rood
17
Rood
18
Geel
LED-diffuser
Weergave van concentratieniveau in real time. In bedrijfsmodus 1 is de verlich-
ting tweekleurig terwijl in modi 2, 3 en 4 de verlichting driekleurig is. De intensi-
teit is instelbaar met de potentiometer P2 (zie Fig.1) vanaf OFF tot 100%.
Relais + Modbus (lezing) – [SW1-4=OFF]
Groen: Waarde onder ingestelde waarde
Rood: Waarde boven ingestelde waarde
Overige modi
Groen: tussen 21-25ºC
Oranje: tussen 18-21ºC en 25-35ºC
Rood: <18ºC of >35ºC
Kaart Modbus
Via de bedrijfsmodi MF1, MF2 en MF3 is communicatie Modbus mogelijk in
lees-modus. Met andere woorden, men heeft toegang tot de kaart Modbus (zie
Functie
Flikkeren: Modbus communicatie failure
AAN: Voeding (voltage)
Knippert: zie Pairing instructie
AAN: Modbus communicatie
NL
43