TTL-flitsfunctie
Deze analoge TTL-flitsfunctie wordt door camera's uit de groepen A, B en C (zie
Tabel 1) ondersteund. Het is de normale TTL-flitsfunctie (TTL-flitsfunctie zonder
voorafgaande meetflitsen) voor analoge camera's, c.q. verschillende digitale
compactcamera's.
Het instellen
TTL
TTL
F 5,6
7,5
105
m
mm
Zoom
matisch opgeslagen.
In het display wordt het symbool '
Automatische TTL-invulflitsfunctie
Bij de meeste cameramodellen wordt bij automatisch geprogrammeerd P en de
vari-, c.q. onderwerpsprogramma's bij daglicht de automatische TTL-invulflits-
functie geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Met de invulflits kunt u vervelende schaduwen wegwerken en bij tegenlichtopna-
men een uitgebalanceerde verlichting tussen onderwerp en achtergrond
bewerkstelligen. Een computergestuurd meetsysteem van de camera zorgt voor
een geschikte combinatie van belichtingstijd, werkdiafragma en flitsvermogen.
☞
Let er wel op, dat de bron ven het tegenlicht niet rechtstreeks in het
objectief schijnt. Het TTL-meetsysteem van de camera zou daar verkeerd
op kunnen reageren!
Bij de regeling van de automatische invulflits hoeft u niets in te stellen en er
wordt niets aangegeven.
70
• Druk zo vaak op de toets 'Mode' , dat
TTL
in het display '
' knippert.
De instelling treedt onmiddellijk in wer-
king.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding
op te knipperen en wordt de instelling auto-
TTL
' aangegeven.
7.2 Manual flitsfunctie
M
In de manual flitsfunctie
wordt door de flitser altijd het volle vermogen
afgegeven, als er geen deelvermogen is ingesteld. Het aanpassen aan de opna-
mesituatie kan bijv. door de instelling van het diafragma op de camera of door
het kiezen van een geschikt, met de hand in te stellen deelvermogen plaatsvin-
den. Het instelbereik strekt zich uit van P 1/1 tot P 1/128 in de M-functie,
P 1/1 tot P1/32 in de M-HSS functie. In het display wordt de afstand aangege-
ven waarbij het onderwerp correct wordt belicht (zie 5.2).
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets 'Mode' ,
M
dat in het display '
' knippert.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
Na ong. 5 seconden houdt de aanduiding op te
knipperen en wordt de instelling automatisch opges-
lagen. In het display wordt het symbool '
gegeven.
Met de hand in te stellen deelvermogens
M
Stel in de manual flitsfunctie
met de
toetsen + en — het gewenste deelvermogen
in.
De instelling treedt onmiddellijk in werking
en wordt automatisch opgeslagen.
De aanduiding van de afstandswaarde wordt automa-
tisch aan het deelvermogen aangepast (zie 5.2).
☞
Sommige cameramodellen ondersteunen de functie van met de hand
M
(manual
) in te stellen flitser alleen in de camerafunctie Manual M!
In andere camerafuncties verschijnt in het display een foutmelding en
wordt de ontspanknop geblokkeerd (zie 5.4)!
M
M
F 5,6
6,1
50
m
mm
Zoom
M
' aan-
M
M
P 1/4
3,0
50
m
mm
Zoom
P1/4