Wanneer de SELECT-toets wordt ingedrukt nadat de waarde voor het onderspanningsalarm is
ingesteld, wordt de volgende en laatste spanningsparameter (triggerwaarde van het
onderspanningsalarmrelais) weergegeven, zie hieronder:
Deze parameter vertegenwoordigt de spanningswaarde waarbij het onderspanningsalarmrelais
geactiveerd wordt. Deze kan worden gewijzigd door telkens kort op de ENTER toets te drukken om
de waarde met 0,1 V te verhogen. Deze waarde moet altijd lager zijn dan de uitschakelwaarde van
het onderspanningsalarm.
Nu alle parameters zijn ingesteld, moet de ENTER toets twee seconden ingedrukt worden om de
instellingen op te slaan en terug te gaan naar de normale bedrijfsmodus.
3.4
Overzicht van standaard laadprogrammaparameters
Zie de onderstaande tabel voor een overzicht van de belangrijkste standaard
fabrieksparameterwaarden van elk type accu:
Parameter
‚Charge Voltage'
‚Absorption Time'
‚Float Voltage'
‚Restart Voltage'
‚Auto Equalize Charge'
‚Equalize Voltage'
‚Equalize Duration'
‚Temperature
Compensation'
‚Overvoltage Alarm'
‚Undervoltage Alarm On
Value'
‚Undervoltage Alarm Off
Value'
'Undervoltage Alarm
Relay On Value'
‚Undervoltage Alarm
Delay Time'
1)
Vermenigvuldig alle spanningswaarden met een factor 2, 3 of 4 voor respectievelijk 24 V,
36 V en 48 V accu systemen.
AGM (SLD)
14,6 V
14,2 V
120 minuten
120 minuten
13,6 V
13,4 V
13,2 V
13,2 V
-
-
-
-3 mV/°C/cel
-3 mV/°C/cel
16,0 V
16,0 V
11,6 V
11,6 V
12,4 V
12,4 V
11.0V
6 seconden
6 seconden
46
1)
Battery type
GEL
Flooded
(FLD)
14,4 V
120 minuten
13,4 V
13,2 V
-
30 dagen
-
14,8 V
-
120 minuten
-3 mV/°C/cel
16,0 V
11,6 V
12,4 V
11.0V
11.0V
6 seconden
Lithium/LiFePo4
(LI)
14,4 V
-
-
13,2 V
-
-
-
-
16,0 V
12,0 V
12,4 V
11.4V
6 seconden