JT: Ingebouwde sabotage EOL-weerstand (Rt) instellen
1 kΩ
4,7 kΩ
(fabrieksstandaard)
Off (Uit): Geen ingebouwde sabotage EOL.
Ingang configureren
Als u de ingang wilt instellen, past u de volgende selectie toe.
•
Selecteer de correcte EOL-weerstandwaarden met JA en
JT. Bijvoorbeeld, de instelling van jumper JT bepaalt de
Rt-waarde.
•
Verwijder JT voor geïsoleerde uitgangen.(enkel lus)
•
Verwijder jumpers JA, en JT om ingebouwde EOL-
waarden uit te sluiten.(geen ingebouwde
eindweerstanden)
Voor een (dubbellus weerstand configuratie) ingang met alle
ingebouwde weerstanden ingesteld, kan de ingangsweerstand
de volgende zijn.
Tabel 2: Weerstandswaarden ingang
Ingangsstatus
Waarde
0 Ω
Sabotage (kort)
Normaal
Rt
Alarm
Rt+Ra
∞
Sabotage (open)
Dipswitches
Tabel 3: SW1, algemene instellingen
Schakelaar
Waarden
6: LED
On (Aan): LED aan*
5: Extern
On (Aan): Extern aan
4: Gereserveerd
3: Polariteit
On (Aan): Positieve
polariteit
1, 2: Radarbereik
1 aan, 2 aan: 12 m*
1 uit, 2 aan: 9 m
*
Fabrieksinstellingen
DIP-switch SW1
SW1-1, SW1-2: Radar range (Radarbereik)
Gebruik SW1-1 en SW1-2 om het radarbereik in te stellen dat
precies bij het detectiebereik hoort. De radar is van het type
Range-gating, wat betekent dat het detectiebereik bijzonder
nauwkeurig is.
4 m
6 m
SW1-3: (Polariteit)
On (Aan): Positieve polariteit. Configureert de ingangen (WT
en D/N) als "Active high" (Actieve hoog).
28 / 42
All manuals and user guides at all-guides.com
Off (Uit): Negatieve polariteit. Configureert de ingangen (WT
en D/N) als "Active low" (Actieve laag). Fabrieksinstelling.
2,2 kΩ
De functionaliteit wordt verklaard in afbeelding 10.
Afbeelding 9
5,6 kΩ
(1) Polariteit hoog
(2) Polariteit laag
Deze functie is tevens afhankelijk van de SW1-5-instelling.
Zie "SW1-5: (Externe functionaliteit)" hieronder.
SW1-4: Niet gebruikt (Gereserveerd)
Niet wijzigen.
SW1-5: (Externe functionaliteit)
On (Aan): Extern aan. Activeert WT en dag-/nachtingangen.
Off (Uit): Extern uit. Schakelt WT en dag-/nachtingangen uit
(fabrieksinstelling).
De volgende functionaliteit is afhankelijk van de instelling voor
Remote (Extern).
Tabel 4: Functies zijn afhankelijk van de instelling Remote
(Extern)
Item
SW1-3
Standaard
WT
0 Ω
D/N
4,7 kΩ
Overige Groene mode
9,4 kΩ
∞
Zie ook "Aansluitingen" op pagina 27.
SW1-6: LED's
On (Aan): LED's zijn ingeschakeld. Zie "LED's en uitgangen"
Off (Uit): LED uit
op pagina 29 voor LED-functionaliteit.
Off (Uit): Extern uit*
Off (Uit): LED's zijn uitgeschakeld voor elke status.
Off (Uit): Negatieve
Het detectie patroon configureren
polariteit*
•
1 aan, 2 uit: 6 m
1 uit, 2 uit: 4 m
•
•
9 m
•
12 m
Fabrieksinstelling
Beschrijving
SW1-5 (Extern aan)
Polariteit
Instelbaar
WT-ingang
Ingeschakeld
D/N-ingang
Ingeschakeld
Ingeschakeld in de
dagmodus zonder WT
Alarm-
Ingeschakeld in de
geheugen
dagmodus zonder WT
Verwijder de blinders (Figuur 8 en 9) indien noodzakelijk.
Het aangepaste bereik wordt getoond onder de blinder
configuratie.
Opmerking:
Indien beide blinders zijn geplaatst in de
DD1012(-D), heeft de detector een gelimiteerd PIR bereik
tot 6 mtr. (standaard).
In geval van de DD1012(-D), pas het bereik aan door het
verwijderen van de blinder, of delen van de blinder
(getoond in figuur 8, punt 1). De bijbehorende gordijn
velden, worden getoond in figuur 8, punt 2
Plak de juiste spiegel stickers indien nodig. Zie
afbeelding 7, punt 1 voor details.
Let op:
Verwijderen van stickers kan het spiegel
oppervlak beschadigen.
Wanneer er stoor objecten zich direct onder de detector
bevinden, plaats dan het masker aan de binnenkant van
het venster (standaard). Hiermee schakelt u dat deel van
het gordijnen uit, dat neer kijkt op het object, hierdoor kan
de detector onstabiel worden. Zie afbeelding 7, punt 2.
P/N 146550999-1-ML • REV Q • ISS 07APR21
(3) Looptest
(4) Dag/nacht
SW1-5 (Extern uit)
Alleen positief
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld