AUTOMATISCHE
BESTURING
6 AUTOMATISCHE BESTURING
Het systeem is uitgerust met de volgende functies.
DRIE-MINUTENBEWAKING
¡
Als de compressor is stilgezet, blijft deze minimaal drie
minuten uit. Wanneer het systeem wordt gestart binnen
ongeveer drie minuten nadat het is stopgezet, wordt de
RUN-indicator geactiveerd. De koeling of de verwarming blijft
echter uitgeschakeld en wordt pas na drie minuten gestart.
Bediening kan maximaal gedurende 6 minuten stoppen om
de compressor te beschermen.
VOORKOMING VAN BEVRIEZING TIJDENS KOELING
¡
Wanneer het systeem wordt gebruikt in een ruimte met
een lage temperatuur, kan de koelstand voor enige tijd
automatisch worden gewijzigd in de ventilatorstand om te
voorkomen dat zich ijs afzet op de binnenwarmtewisselaar.
AUTOMATISCH OPNIEUW STARTEN NA STROOMUITVAL
¡
Als de stroomtoevoer een korte periode (maximaal twee
seconden) wordt onderbroken, behoudt de schakelaar voor
externe bediening de instellingen en wordt de unit opnieuw
gestart als de stroomtoevoer is hersteld.
Als u het systeem automatisch opnieuw wilt laten opstarten
nadat de stroomtoevoer langer dan twee seconden
onderbroken is geweest, moet u contact opnemen met uw
leverancier (optionele functie).
7 ELEMENTAIRE PROBLEMEN OPLOSSEN
L ET OP:
Wanneer water lekt uit de binnenunit, stopt u de werking
van het systeem en neemt u contact op met uw onder-
houdsleverancier
Wanneer u brandlucht ruikt of er witte rook uit de unit
komt, schakelt u het systeem uit en neemt u contact op
met uw onderhoudsleverancier.
DIT IS NIET ABNORMAAL
¡
Geluid van onderdeel dat vervormt
−
Tijdens het starten of stopzetten van het systeem kan er
een schurend geluid optreden. Dit wordt veroorzaakt door
thermische vervorming van plastic onderdelen. Dit is niet
abnormaal.
Geluid van stromend koelmiddel
−
Wanneer het systeem wordt gestart of stopgezet, kunt u
mogelijk het koelmiddel horen stromen.
Nare geur uit binnenunit
−
Nare luchtjes kunnen lang op de binnenunit achterblijven.
Reinig het luchtfilter en de panelen of zorg voor goede
ventilatie.
Stoom uit de RASC-warmtewisselaar
−
Wanneer het systeem werkt in de ontdooistand, smelt het
ijs dat zich heeft afgezet op de RASC-warmtewisselaar. Dit
veroorzaakt stoom.
Dauw op luchtrooster
−
Wanneer de koeling een langere periode werkt bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad (hoger dan 27°C DB/80% R.V.),
kan zich dauw vormen op het luchtrooster.
Condens op kast
−
Wanneer het koelen gedurende lange tijd duurt (hoger
dan 27°C DB/80% R.H.), kan condensvorming op de kast
optreden.
Geluid van de warmtewisselaar van de binnenunit
−
Tijdens het koelen kan een geluid vanuit de
warmtewisselaar van de binnenunit hoorbaar zijn. Dit wordt
veroorzaakt door het bevriezen of smelten van ijs.
REGELING LAGE LUCHTSNELHEID TIJDENS
¡
VERWARMING
Wanneer de compressor wordt stopgezet terwijl de
thermostaat uitstaat, of als het systeem de automatische
ontdooistand heeft geactiveerd, wordt de snelheid van de
ventilator ingesteld op langzaam.
AUTOMATISCHE ONTDOOICYCLUS
¡
Wanneer de verwarming is stopgezet met de schakelaar
RUN/STOP, wordt gecontroleerd op ijsafzetting op de
RASC-unit en kan gedurende maximaal tien minuten een
ontdooicyclus worden uitgevoerd.
VOORKOMEN VAN OVERBELASTING
¡
Wanneer de buitentemperatuur te hoog is terwijl het systeem
werkt in de verwarmingsstand, wordt de verwarming
stopgezet doordat de buitenthermistor wordt geactiveerd
totdat de temperatuur weer daalt.
WARME START TIJDENS VERWARMING
¡
Om te voorkomen dat koude lucht wordt afgegeven, wordt
de ventilatorsnelheid gewijzigd van de langzame stand in
de ingestelde stand overeenkomstig de temperatuur van de
uitlaatlucht. Gedurende deze tijd is de jaloezie horizontaal
vastgezet.
SYSTEEM WERKT NIET
¡
Controleer of bij SET TEMPERATURE de juiste temperatuur
is ingesteld.
GEEN GOEDE KOELING OF VERWARMING
¡
Controleer of de luchtstroom van de buiten- of binnenunit
−
wordt belemmerd.
Controleer of er te veel warmtebronnen zijn in de ruimte.
−
Controleer of het luchtfilter is verstopt door vuil.
−
Controleer of er deuren of ramen open staan.
−
Controleer of de temperatuur binnen het bedrijfsbereik valt.
−
ABNORMALE BEWEGING VAN DE JALOEZIEPOSITIE
¡
Controleer of de vier jaloezieposities bij de luchtuitlaat in
−
dezelfde positie staan.
ALS ZICH PROBLEMEN BLIJVEN VOORDOEN...
¡
Als u deze factoren hebt gecontroleerd en eventueel
gecorrigeerd en zich nog steeds problemen voordoen, neemt
u contact op met uw onderhoudsleverancier en geeft u de
volgende gegevens door:
Naam van unitmodel
−
Aard van het probleem
−
Alarmcodenummer op het LCD-scherm
−
OPMERKING:
Tenzij u het systeem voor langere tijd uitschakelt, moet u
de hoofdschakelaar op ON laten staan, omdat het ver-
warmingselement voor de olie wordt geactiveerd wanneer
de compressor is stopgezet.
PMML0140A rev.1 - 07/2009
245