FAAC D600 Manual De Instrucciones página 113

8 ELEKTRONISCHE KAART E600
8.1 Technische eigenschappen
Voedingsspanning (V ~ / Hz.)
Voeding accessoires (Vdc.)
Max. belasting accessoires (mA.)
Omgevingstemperatuur (°C)
Snelconnector
Bedrijfslogica's
Aansluitingen op klemmenbord
Duur verlichting (min.)
8.2 Onderdelen kaart E600
J1 Klemmenbord laagspanning ingangen/accessoires
J2 Snelconnector ontvangers XF433 of XF868
J3 Klemmenbord ingang voeding 230V
J4 Connector primaire wikkeling transformator
Klemmenbord lampje verlichting
J5
J7 Connector secundaire wikkeling transformator
J8 Connector uitgang motor
J12 Connector batterijenmodule
Programmeerknop radiosignaal
OPEN A
OPEN B Programmeerknop radiosignaal
OPEN OPEN-knop
SETUP SET-UP-knop
Dipschakelaar voor programmering
DS1
LD1 Signaleringsled ingang OPEN
LD2 Signaleringsled ingang STOP
LD3 Signaleringsled ingang FSW
Signaleringsled SET-UP-cyclus
LD4
LD5 Signaleringsled opslag radiokanaal OPEN A
LD6 Signaleringsled opslag radiokanaal OPEN B
8.3 Klemmenborden en connectoren
Beschrijving Aangesloten inrichting
Bedieningsinrichting met N.O.-contact (zie hst.
OPEN A
BEDRIJFSLOGICA'S)
Inrichting met N.C.-contact die het
STOP
automatische systeem blokkeert
Minpool voor OPEN A en STOP
Veiligheidsvoorziening voor sluiting met
FSW
N.C.-contact (zie hst. BEDRIJFSLOGICA'S)
Uitgang OPEN COLLECTOR 24 Vdc 100 mA. voor
LAMP
signaallamp
Minpool voeding veiligheidsaccessoires (functie
-TX FSW
FAIL-SAFE)
Minpool voeding accessoires
+24 Vdc voeding accessoires
8.4 DS1-Dipschakelaars voor programmering
N° functie
1 Fail Safe
2 Gevoeligheid beknellingsbeveiliging
3 Niet gebruikt
4 Snelheid geleideslede
230 / 50
24
200
-20 / +55
voor ontvangerkaarten XF433 /
XF868 en batterijenmodule
Automatisch / Halfautomatisch
Open/ Stop / Veiligheidsvoorzieningen
/ Fail safe / Signaallamp 24 Vdc.
2
OFF ON
Actief Niet actief
Laag Hoog
/ /
Hoog Laag
10
LD1
LD2
LD3
J1
DS1
LD5
LD6
Fail Safe
Als deze functie actief is, wordt voorafgaand aan iedere
beweging de werkingstest van de fotocellen uitgevoerd.
Gevoeligheid beknellingsbeveiliging
Als deuren onregelmatige bewegen, kan de gevoeligheid van
de beknellingsbeveiliging worden verminderd, om ongewenst
ingrijpen te voorkomen.
8.5 Bedrijfslogica's
Logica A (automatisch)
Status Open (impuls)
Gaat open en sluit
GESLOTEN
weer na de pauzetijd
GAAT OPEN Geen effect
GEOPEND IN Pauzetijd begint
PAUZE opnieuw te lopen (1)
GAAT DICHT Keert de beweging om
GEBLOKKEERD Sluit
Logica E (halfautomatisch)
Status Open (impuls)
GESLOTEN Opent
GAAT OPEN Blokkeert
GEOPEND Sluit
GAAT DICHT Keert de beweging om
GEBLOKKEERD Sluit
(1) Als de impuls aanhoudt wordt het sluiten
verhinderd.
(2) Als de impuls aanhoudt wordt het sluiten en/of
openen verhinderd.
J8
LD4
J7
J2
J12
J4 J5
J3
Fig. 25
Stop Fsw
Geen effect (2) Geen effect
Blokkeert (2) Geen effect (1)
Pauzetijd begint
Blokkeert (1)
opnieuw te lopen (1)
Blokkeert (2) Keert de beweging om
Geen effect (2) Geen effect (1)
Stop Fsw
Geen effect (2) Geen effect
Blokkeert (2) Geen effect (1)
Geen effect (2) Geen effect (1)
Blokkeert (2) Keert de beweging om
Geen effect (2) Geen effect (1)