Installatie instructie
(2) Installatie en onderhoudsruimte
Keuze van de installatieplaats buiten
(1) Installatie van enkele unit (unit: mm(in.))
Achterkant
Voorkant en achterkant
De bovenkant en twee zijvlakken moeten blootgesteld zijn aan de open ruimte, en de hindernissen aan ten minste één
kant van de voorkant en de achterkant moeten lager zijn dan die van de buitenunit.
(2) Installatie van meerdere units (unit: mm(in.))
Achterkant en zijkant
Boven
Boven 3 00(12) Boven
150(6)
Hoogte van hindernissen is lager dan die van de buitenunit
(3) Installatie met meerdere units aan de voorkant en achterkant (unit: mm(in.))
Standaard
Boven
Boven
Boven 1 500(60)
1000(40)
300(12)
• De installatieruimten die in de afbeeldingen worden weergegeven zijn gebaseerd op een luchtinlaattemperatuur van
95°F (35°C)(DB) voor KOEL werking. In gebieden waar de luchtinlaattemperatuur regelmatig hoger is dan 95°F(35°C)
(DB), of als de warmtebelasting van de buitenunits naar verwachting regelmatig de maximale werkingscapaciteit zal
overschrijden, moet aan de luchtinlaatzijde van de units een grotere ruimte worden gereserveerd dan aangegeven in de
afbeeldingen.
• Wat betreft de vereiste ruimte voor de luchtuitlaat, plaats de units rekening houdend met de ruimte die nodig is voor
de voorzieningen voor de koelmiddelleidingen ter plaatse. Raadpleeg uw dealer als de werkomstandigheden niet
overeenkomen met de tekeningen.
Voorkant
Als er hindernissen zijn boven de unit
Boven 150(6)
Boven 3 00(12)
300(12)
Boven 2 000(80) Boven 2 00(8)
Boven 1 50(6)
Boven
1000(40)
Voorkant en achterkant
Boven 3 00(12)
De bovenkant en twee zijvlakken moeten blootgesteld zijn
aan de open ruimte, en de hindernissen aan ten minste één
kant van de voorkant en achterkant moeten lager zijn dan
die van de buitenunit.
14
Achterkant en zijkant
Boven 3 00(12)
Hoogte
van de
hindernissen
is lager dan
die van de
buitenunit
Boven 3 00(12)