Atlantic NANTO Manual De Instrucciones página 34

20. De installatie moet vóór het toestel worden uitgerust met een tweepolige verbrekingsinrichting
(stroomonderbreker, zekering) overeenkomstig de plaatselijk geldende installatievoorschriften
(aardlekschakelaar van 30 mA).
21. Sluit de aardingsgeleider van de kabel altijd aan op de aardingsdraad of sluit de aardingsgeleider aan
op de juiste, door het symbool aangegeven aansluiting
22. Als de kabel is beschadigd, moet deze door een speciale kabel of assemblage worden vervangen.
Deze is verkrijgbaar bij de fabrikant of bij de Klantenservice of bij een technisch bevoegde persoon
om gevaarlijke situaties te voorkomen.
23. Controleer of de boiler goed is gevuld voordat hij wordt aangezet; als de WARMWATERKRAAN wordt
opengedraaid, moet er KOUD WATER uit stromen.
24. Deze apparaten zijn conform Richtlijn 2014/30/EU betreffende elektromagnetische compatibiliteit,
Richtlijn 2014/35/EU betreffende laagspanning, Richtlijn 2015/863/EU en 2017/2102/EU betreffende
de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen (RoHS) en Gedelegeerde Verordening
2013/814/EU in aanvulling op Richtlijn 2009/125/EG inzake ecologisch ontwerp.
25. Gooi uw boiler niet bij het huisvuil, maar lever hem in bij een daarvoor bestemde plaats
(inzamelpunt) waar hij kan worden gerecycleerd.
26. De gebruiksaanwijzing van dit apparaat is verkrijgbaar bij de Klantenservice.
1. INSTALLATIE - Eerst de waarschuwingen lezen
•
Raadpleeg de afbeeldingen
•
WAARSCHUWING: de wandplaat en de kop van de schroeven die worden gebruikt om de wandplaat tegen de wand te
bevestigen moeten passen bij de vormen van de boiler. Kies aangepaste schroefkoppen zoals de meegeleverde
schroeven, zodat de boiler kan worden opgehangen aan beide wandplaatbeugels en volledig in aanraking zijn met de
wand, voordat hij met water wordt gevuld.
2. HYDRAULISCHE AANSLUITING - Eerst de waarschuwingen lezen
•
Het is noodzakelijk de toevoerleidingen te reinigen vóór het aansluiten van de hydraulische connectoren.
De warmwateruitlaat moet worden aangesloten met behulp van een gietijzeren of stalen huls van een diëlektrische
verbinding om corrosie van de leidingen (door direct contact tussen ijzer en koper) te voorkomen. Het gebruik van
koperen fittingen is verboden.
•
INSTALLATIE MET DRUKLEIDING zie afbeelding
koudwaterleiding van de boiler.
•
INSTALLATIE ZONDER DRUKLEIDING zie afbeelding
optionele speciale mengkraan worden geïnstalleerd.
•
Tijdens het opwarmen kan er water uit het ventiel druppelen, blokkeer het druppelen niet. De geleverde
veiligheidsgroep voldoet niet aan de criteria voor installatie op Frans grondgebied (Frankrijk en overzeese gebiedsdelen):
gebruik het niet in deze gebiedsdelen.
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING - Eerst de waarschuwingen lezen
•
Raadpleeg de schema's
•
De boiler kan alleen worden aangesloten en gebruikt met AC 230V of AC 220-240V afhankelijk van het typeplaatje van
het apparaat.
•
Sluit de boiler aan met een stijve kabel met geleiders van 2,5 mm². Gebruik een gestandaardiseerde leiding (stijve of
soepele buis) tot aan het deksel van de gekalibreerde behuizing. De apparaten direct aansluiten met een kabel of stekker.
(Verboden op Frans grondgebied.
•
Sluit de aardingsgeleider van de kabel altijd aan op de aardingsdraad of sluit de aardingsgeleider aan op de juiste, door
het symbool aangegeven aansluiting
aardedraad moet langer zijn dan die van de fasen. De installatie moet stroomopwaarts van het apparaat voorzien zijn
van een tweepolige verbrekingsinrichting (zekering, onderbrekerschakelaar met minimale contactafstand van 3 mm,
onderbreker-schakelaar). Indien de hydraulische aansluitingen zijn gemaakt van geïsoleerd materiaal, moeten de
elektrische circuits worden beveiligd door een aardlekschakelaar van 30 mA die aan de plaatselijke normen voldoet.
•
Thermische stroomonderbreker: al onze producten zijn voorzien van een thermostaat met thermische
stroomonderbreker en handmatige resetmogelijkheid waarmee de stroomtoevoer naar de boiler bij oververhitting kan
worden uitgeschakeld.
Als het veiligheidsapparaat wordt geactiveerd, moet de stroomvoorziening voor elk gebruik worden uitgeschakeld en
moet de stroomonderbreker door een geschikt persoon worden gereset.
Vervang de thermostaat bij herhaaldelijk uitschakelen. De veiligheidsthermostaat of de regelthermostaat mogen nooit
worden omzeild. Sluit de stroom alleen aan op het stopcontact of op de thermostaatingang.
4. OPSTARTEN
•
DE BOILER NOOIT ZONDER WATER AANSCHAKELEN: het verwarmingselement zal zeker beschadigd worden,
en dit wordt niet gedekt door de garantie.
.
•
Afbeeldingen Vul de boiler helemaal met water. Voordat u de voeding inschakelt opent u de warmwaterkranen en
tapt u de leidingen af om de lucht eruit te laten lopen.
•
Controleer de dichtheid van de buizen en van de flensafdichting onder het kunststof deksel. In geval van lekkage de
afdichting matig vastdraaien. Controleer de werking van de hydraulische onderdelen en van de veiligheidsklep.
•
Schakel de voeding in. Afhankelijk van de capaciteit van het apparaat moet er na 10 tot 30 minuten water uit de
afvoeropening druppelen. Dit is normaal en komt door de uitzetting van water. Controleer de verbindingen op lekken en


afhankelijk van uw model.
. Deze aansluiting is verplicht uit veiligheidsoverwegingen. De geelgroene
.

Installeer altijd een nieuwe veiligheidsgroep op de

Voor de voeding van een enkel gebruikspunt moet er een
32