2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste
werking tot gevolg heeft.
OPMERKING:
Dit apparaat is getest en voldoet aan de voorwaarden voor een digitaal apparaat van Klasse B,
overeenkomstig Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn ontwikkeld om voor
een aanvaardbare bescherming tegen nadelige storing te zorgen bij installatie in een woonwijk.
Dit apparaat produceert en maakt gebruik van radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als
het apparaat bovendien niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan het
nadelige storing veroorzaken bij radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er geen
storing zal optreden bij een bepaalde installatie.
Als dit apparaat geen nadelige storing veroorzaakt met betrekking tot de ontvangst van radio of
televisie, wat gemakkelijk bepaald kan worden door het apparaat in en uit te schakelen, kan de
gebruiker zelf proberen deze storing op te lossen door een of meer van de volgende maatregelen
te nemen:
●
Stel de ontvangstantenne opnieuw af of verplaats deze.
●
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
●
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact dan het stopcontact waarop de ontvanger is
aangesloten.
●
Neem voor hulp contact op met de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus.
Voor gebruik van landcodeselectie (WLAN-apparaten)
OPMERKING: De landcodeselectie is alleen bedoeld voor niet-Amerikaanse modellen en is niet
beschikbaar voor alle Amerikaanse modellen. Volgens FCC-regelgeving dienen voor alle wifi-
producten bedoeld voor de Amerikaanse markt alleen de vaste Amerikaanse kanalen te worden
gebruikt.
ISED-verklaring omtrent WLAN
LET OP:
1. Het apparaat dat werkt in de band van 5150-5250 MHz is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis
om het risico op nadelige storing van mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal te beperken.
2. De maximaal toegestane antenneversterking voor apparaten in de banden van 5250-5350 MHz en
5470-5725 MHz moet zodanig zijn dat de apparatuur nog steeds voldoet aan de limiet voor het
equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.).
3. De maximaal toegestane antenneversterking voor apparaten in de band 5752-5850 MHz moet
zodanig zijn dat de apparatuur nog steeds voldoet aan de limiet voor het equivalent isotroop
uitgestraald vermogen (e.i.r.p.) voor point-to-point- en niet-point-to-pointwerking, al naar gelang van
toepassing.
4. De kantelhoek(en) die in het ergste geval nodig is (zijn) om te blijven voldoen aan de e.i.r.p.-
vereiste voor het hoogtemasker die wordt vermeld in sectie 6.2.2 (3) dient (dienen) duidelijk te
worden aangegeven.
5. Gebruikers moeten er ook op worden gewezen dat krachtige radars worden beschouwd als
primaire gebruikers (oftewel prioriteitsgebruikers) van de banden van 5250-5350 MHz en
5650-5850 MHz en dat deze radars storing en/of schade kunnen veroorzaken aan LE-LAN-
apparaten.
MN010359A01-AA
Juridische informatie en ondersteuning
7