ISTRUZIONI D'USO – USE INSTRUCTIONS – GEBRAUCHSANLEITUNG
NEDERLANDS
1
BESCHRIJVING
1.1
Masker
Air System moet worden gebruikt in combinatie met een volgelaatsmasker met EN148-1
fitting.
1.2
T8 T5 M3-besturingseenheden
Ze bestaan uit: een ABS-container met stopcontact en AAN/UIT-schakelaar; een
ventilatoreenheid aangedreven door een elektrische micromotor.
1.3
Beademingsslang
Het bestaat uit een buis met een spiraal, ingesloten tussen twee gladde wanden van
gemakkelijk te reinigen materiaal.
1.4
Batterij
LI-870 BATTERIJGROEP: bestaande uit: een verzegelde oplaadbare lithiumbatterij;
een ABS-doos met niet-omkeerbare stekker; Een beveiligingscircuit tegen overbelasting en
kortsluiting.
1.5
ZP3-filter
Het markeren van het filter met de letter "R" geeft aan dat het stoffilter of het stofgedeelte van
een gecombineerd filter gedurende meer dan één dienst kan worden hergebruikt na
blootstelling aan een aerosol (met uitzondering van asbestverwijderingswerkzaamheden
waarbij het filter moet worden afgevoerd van na gebruik). Het is gemaakt van fijn geplooid
microporeus technisch papier met EN148-1 schroefdraadaansluiting. (Zie filterinstructies voor
gebruik).
1.6
Stroomindicator
Het bestaat uit een transparante buis met een bol erin. De indicator wordt alleen gebruikt om
de luchtstroom te regelen voor de besturingseenheid waarmee deze wordt geleverd.
2
TECHNISCHE KENMERKEN
2.1
Volgelaatsmasker met EN148-1 fitting
2.2
Besturingseenheid / Filters
Type
Filtertype
Aantal
besturingseen
filters
heid
T8
ZP3
2
0303075LI
T5
ZP3
1
0303058LI
M3
ZP3
1
0303066LI
2.3
Batterijpakket
Type
Type batterij
Spanning
besturingse
enheid
[V]
T8
Oplaadbaar
T5
LITHIUM
7.4
M3
8700 mAh
3
BEDIENING
De door het filter gezuiverde lucht komt via het inademventiel het scherm binnen. De lucht die
tijdens de reis wordt gefilterd om via de terugslagkleppen de binnenkant van het
halfgelaatsmasker te bereiken, raakt het scherm en zorgt ervoor dat het niet beslaat. De door
de operator uitgeademde lucht en de overtollige lucht worden via de klep naar buiten
afgevoerd uitademen (zie instructies voor gebruik en onderhoud van het volgelaatsmasker).
4
GEBRUIK
4.1
Hieronder vindt u enkele van de beoogde toepassingen waarvoor het
ademhalingsapparaat van de gebruiker tegen vaste en vloeibare aerosolen is
ontworpen:
Snijden, slijpen en schuren van welk type dan ook - hout, metaal, geverfde
oppervlakken inclusief loodhoudende verf, marmer en steen in het algemeen,
glasvezel, glasvezel, koolstofvezel.
Poedercoaten, isolatiewerkzaamheden, opzakken, houtbewerking, sloop, hardsolderen,
snijden en plasmasnijden, polijsten van metalen.
Asbestverwijdering, winning en uitgraving, gieterijen, cementfabrieken, restauraties,
asfalteringswerkzaamheden.
Tuinieren, graanverwerking, voer, vee.
4.2
Beperkingen
a) Niet gebruiken in omgevingen die onmiddellijk gevaarlijk zijn voor het leven of de
gezondheid van de gebruiker.
b) Niet gebruiken ter bescherming tegen gassen, dampen, koolmonoxide, natuurlijke gassen
en ontsmettingsgassen
c) Niet gebruiken in gesloten omgevingen (bijv. tanks, silo's).
d) Niet gebruiken voor branddampen.
e) Niet gebruiken in atmosferen met een zuurstofpercentage lager dan 17%.
f) Niet gebruiken in explosieve atmosferen.
g) Niet gebruiken tegen gevaarlijk stof als de concentratie in de omgeving groter is dan 2000
keer de TLV (nominale beschermingsfactor FPN, EN 529:2005).
h) Niet gebruiken in omgevingen met concentraties die zelfs lager zijn dan 2000 keer de TLV
als dit situaties oplevert die onmiddellijk gevaarlijk zijn voor het leven of de gezondheid van de
gebruiker.
i) Niet geschikt voor mensen met baard en/of bril met bril.
5
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
5.1
LI-870 batterij opladen
Het opladen van de oplaadbare lithiumbatterij dient te gebeuren met Kasco LI-02 voedingen.
(zie de instructies van Kasco acculader).
LAAD DE BATTERIJ NA ELK GEBRUIK OP.
5.2
Besturing en accu voorbereiden a
Haal de riem door de accuhaak.
Sluit de batterijstekker met de kabel aan op de besturingseenheid en draai de
vleugelmoer vast om contact te garanderen.
Haal de riem door de haak van de besturingseenheid (voor T8 en T5).
Controleer of de besturingseenheid werkt en of de filterafdichtingspakking in de juiste
behuizing is geplaatst.
Controleer voordat u het filter gebruikt of de afdichting intact is, dat de vervaldatum
binnen de juiste periode ligt en dat het filter geschikt is voor het ademhalingstoestel
waarop het wordt gemonteerd. Zorg ervoor dat u de markeringen op de filters die
betrekking hebben op andere normen niet verwart met de classificatie van dit PBM
volgens EN 12942:98+A1/02+A2/08.
Verwijder deksels en/of afdichtingen van het filter, schroef het met behulp van de EN
148-schroefdraad op het beoogde ademhalingstoestel en lees de gebruiksaanwijzing van
het filter.
Sluit de besturingseenheid aan op het masker met behulp van de juiste slang, in het
geval van T8 en T5, of rechtstreeks op het masker in het geval van M3.
5.3
Maskervoorbereiding
– MODE D'EMPLOI - INSTRUCCIONES PARA EL USO - INSTRUÇÕES
DE USO - KÄYTTÖOHJEET - BRUKSANVISNING -
GEBRUIKSAANWIJZING - Οδηγίες
Nominale
Luchtstroom bij
Duur ca. van de
spanning
20° C 60% R.H. -
Volledige batterij.
Laden
[V]
[l/min]
7.4
> 160
7.4
> 160
7.4
> 160
Einde
Autonomie bij
ontladingsspan
20°C
ning
Volt onder
[h]
belasting
> 8
6
> 8
> 8
Zie gebruiks- en onderhoudsinstructies voor het volgelaatsmasker.
5.4
Hoe draag je het volgelaatsmasker
Zie instructies voor gebruik en onderhoud van het volgelaatsmasker.
5.5
Stroomindicator
Maak de afleverslang van de besturingseenheid-masker los.
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen (zie oplaadinstructies) en dat het filter
correct is vastgeschroefd.
Plaats de doorstroomindicator in verticale positie bij de levering van de regeleenheid.
Start de besturingseenheid en observeer de positie van de bal in de buis.
a) Als de bal boven de horizontale markering komt, is het toestel geschikt voor gebruik (zie
punt 2.2).
b) Als de bal onder de markering blijft, vervang dan het filter en herhaal de test. Als de bal
onder de markering blijft, vervang dan de batterij en het filter en herhaal de test.
c) Als de bal onder de mark blijft, gebruik dan absoluut geen PBM's.
Verwijder de doorstroomindicator en sluit de slang weer aan op de besturingsunit.
6
ONDERHOUD
6.1
Volgelaatsmasker
Zie de gebruiks- en onderhoudsinstructies voor volgelaatsmaskers.
6.2
Besturingseenheid
De elektromotor heeft geen onderhoud nodig.
Reinig de besturingseenheid met oplosmiddelvrije schoonmaakmiddelen of beter met
een doek gedrenkt in water en 50% ethylalcohol.
6.3
LITHIUM-batterij
De accu heeft geen onderhoud of bijvullen nodig.
Reinig de batterij met oplosmiddelvrije schoonmaakmiddelen of beter met een doek
gedrenkt in water en 50% ethylalcohol.
LAAD ONMIDDELLIJK NA ELK GEBRUIK OP VOOR EEN MAXIMALE LEVENSDUUR.
DE BATTERIJEN KUNNEN NIET LEEG BLIJVEN. Controleer in geval van een storing
de belasting waarop deze is aangesloten. De batterij is uitgerust met een
beveiligingscircuit dat de stroomtoevoer onderbreekt als er een hoger vermogen wordt
micromotor
gevraagd dan voorzien in het project.
LAAD DE BATTERIJ TEN MINSTE EENMAAL IEDERE 3 MAANDEN OP, ZELFS ALS
DEZE NIET WORDT GEBRUIKT.
[h]
6.4
Filters (zie filterinstructies voor gebruik)
Indien verzegeld, blijven de filters onveranderd bewaard tot de aangegeven vervaldatum.
1000
De filters waarvan de afdichtingen zijn verwijderd, moeten in ieder geval, ongeacht de
werkuren, elke DRIE maanden worden vervangen. Hiervoor is het raadzaam om de
1000
openingsdatum op de verpakking te noteren.
De filters kunnen niet worden gewassen, geblazen of geregenereerd. Eenmaal verstopt
500
moeten ze vervangen worden.
Als twee of meer filters parallel zijn aangesloten, moeten deze tegelijkertijd worden
Duur ca. van
vervangen.
de batterij
6.5
Laat het masker één keer per jaar controleren bij KASCO of bij een erkend KASCO-
centrum.
6.6
Indien gebruikt voor asbestverwijdering, decontamineer dan als volgt:
2 jaar of 300
cycli
7
WAARSCHUWINGEN
7.1
Gebruik het gasmasker niet in omstandigheden die niet worden aanbevolen in de
punten 4.2.
Gebruik het gasmasker niet als het luchtdebiet niet is gecontroleerd zoals aangegeven in
punt 5.5.
7.2
Dompel de besturingseenheid voor reinigingswerkzaamheden niet onder in water
zonder de aanvoer en inlaat af te sluiten met de juiste doppen.
Gebruik de bedieningseenheid niet als deze niet de verwachte luchtstroom levert die
wordt aangegeven door de betreffende indicator. (Zie punt 5.5)..
7.3
LAAT DE BATTERIJ NIET LEEG: LAAD ZE ONMIDDELLIJK NA ELK GEBRUIK OP.
Stel de batterij niet bloot aan hittebronnen boven 60°C.
Laat de batterij niet in contact komen met onderdelen met overmatige trillingen.
Als de batterij kapot gaat, was dan onmiddellijk de onderdelen die in contact komen met
water
Minimaliseer de blootstelling van de batterij aan ultraviolette en infrarode stralen.
De batterij niet doorboren, pletten, demonteren of openen, aangezien lekken ervoor
kunnen zorgen dat de batterij ontbrandt, explodeert of gevaarlijk materiaal vrijkomt.
7.4
Gebruik de LI-02-voeding om de batterij op te laden.
Houd de voeding alleen aangesloten op de accu als de voeding is ingeschakeld.
Het opladen van de batterij gebeurt correct als het wordt uitgevoerd tussen temperaturen
tussen 15° en 25°C.
7.5
Gebruik nooit verlopen filters, ook al zijn de afdichtingen intact.
Gebruik een filter nooit langer dan DRIE maanden.
7.6
Breng onmiddellijk terug naar frisse, schone lucht en verwijder het masker als tijdens
gebruik:
a) u geuren of smaken waarneemt of irritatie voelt in uw ogen, neus en keel.
b) de lucht binnenin wordt extreem heet.
c) als u misselijkheid, braken, hoofdpijn of algemene malaise ervaart.
7.7
HET ADEMHALINGSAPPARAAT BIEDT EEN VERMINDERDE GRAAD VAN
BESCHERMING ALS DE VENTILATOR-EENHEID DIE LUCHT INLAAT DOOR DE
FILTERS NIET FUNCTIONEEL IS: de zuurstof zou snel worden verbruikt en de
concentratie van kooldioxide die door de ademhaling wordt geproduceerd, zou
aanvaardbare limieten overschrijden.
7.8
Breng geen wijzigingen of aanpassingen aan het masker aan.
7.9
Gebruik het elektrobeademingsapparaat niet met een volgelaatsmasker als het masker
niet grondig is gereinigd en gedesinfecteerd.
7.10 Gebruik het elektromasker niet met een volgelaatsmasker als er een lektest op het
masker is uitgevoerd gaf een negatief resultaat
7.10.1 Lektest:
Sluit de binnendraadverbinding met de palm van uw hand en inhaleer lichtjes om
negatieve druk te genereren (vacuüm in het masker). Houd even je adem in. Als de
negatieve druk niet wordt gehandhaafd, trekt u opnieuw aan de banden en herhaalt u de
test (zie ook de gebruiksinstructies voor het masker).
7.11 Het elektro-ademhalingsapparaat mag alleen worden gebruikt door personeel dat op de
hoogte is van de technische beperkingen en de wettelijke beperkingen.
7.12 Het elektrobeademingsapparaat kan niet worden gebruikt door mensen met een
verminderd reukvermogen.
7.13 Gebruik het masker niet tenzij het jaarlijks door een erkend centrum is gecontroleerd.
8
REPARATIES
8.1
Gebruik bij eventuele reparaties uitsluitend originele KASCO-reserveonderdelen.
8.2
Neem voor het kalibreren van de elektrische onderdelen contact op met KASCO.
Rev. No. 04 dtd 21/11/2019
Douchen terwijl u alle PBM's draagt, inclusief de APVR, terwijl de
bedieningseenheid en de batterij zijn aangesloten en de bedieningseenheid is
ingeschakeld.
Verwijder de filter(s) en gooi deze weg in de daarvoor bestemde containers.
N.B.
Het
filter
kan
niet
asbestverwijderingswerkzaamheden.
Laat de PBM drogen.
Breng de juiste doppen aan op de besturingseenheid en plaats de
gedecontamineerde APVR in de daarvoor bestemde kast.
IST-USO-0906009
IDP107
Pg. 21 of 24
worden
hergebruikt
voor