Aansluiting toorts voor MIG/MAG lassen
De centrale aansluiting van de lastoorts moet in de
centrale aansluiting (4) geschoven worden, waarna de
moer (5) met de hand vastgedraaid moet worden.
Wanneer een watergekoelde toorts gebruikt wordt,
moet de koelslang aangesloten worden op de blauwe
snelkoppeling (7) en de retourslang op de rode snel-
koppeling (6). De aardkabel wordt aangesloten op de
negatieve zitting - (8).
Wanneer op de machine een MIG Manager
aangesloten dient een meerpolige stekker aange-
sloten worden op de voorkant van de machine (9)
(optie, speciale uitrusting).
Aansluiting laskabel bij MMA
De las- en aardkabel moeten worden aangesloten op
resp. de zitting + (10) en - (8). Raadpleeg de
instructies van de electrodenleverancier bij het
selecteren van polariteit.
Controle van het koelvloeistof
Wanneer de machine geleverd is met een ge-
ïntegreerde koelunit, is het noodzakelijk om het
vloeistofniveau m.b.v. de niveaucontrole (11), te
controleren. Bijvullen van de koelvloeistof vindt plaats
via de vulopening (12).
Afstellen van draadhaspelrem
De draadrem moet er voor zorgen dat de draadhaspel
voldoende snel afremt na het lassen
De gewenste remkracht is afhankelijk van het gewicht
van de haspel en de maximale draadsnelheid. Een
remkracht van 1,5-2,0 Nm is in de meeste gevallen
voldoende.
Afstellen:
- Verwijder de knop door er
een dunne schroeven-
draaier achter te plaatsen
en vervolgens deze knop
uit de uitsparing te trekken.
- Stel de draadrem af door
de zelfborgende moer op
de as van de haspelhouder
vaster of losser te draaien.
- Druk de knop terug in de
uitsparing.
Switch on • Press • Weld
De machine is bijna gereed voor gebruik.
Zet de machine aan
via de hoofdschakelaar (2)
Kies lasprogramma
Een lasprogramma moet gekozen worden in
relatie
met
de
eventueel de elektrode.
Om te zien hoe dit op uw lasmachine ingesteld
moet worden verwijzen we naar de quickguide.
Stel de gewenste lasstroom in
Raadpleeg hiervoor in uw quickguide.
Lassen
®
lasdraad,
beschermgas
Er staat spanning op de lasdraad van alle
MIG toortsen wanneer de toorts-schakelaar
ingedrukt wordt.
Gebruik MWF 41 Master en Slave
wordt
De MWF 41 Slave en RWF hebben dezelfde functies.
De slave indicatoren zijn uitgeschakeld wanneer deze
niet actief zijn en branden continue wanneer ze in-
geschakeld zijn.
De inactieve draadaanvoerkoffer is gereed voor
lassen na het kort indrukken van de toortsschakelaar.
Wanneer de master draadaanvoerkoffer actief is,
zullen alle instellingen die op het master besturings-
paneel gedaan zijn alleen invloed hebben op de
master unit.
Wanneer de slave draadaanvoerkoffer actief is, zullen
alle instellingen die op het master besturingspaneel
gedaan zijn alleen invloed hebben op de slave unit.
Onderstel met autotrafo-unit voor het automatisch
aanpassen van de aansluitspanning
(Speciale uitrusting)
De machine kan geleverd worden met een onderstel
voorzien van een omvormingsunit, welke automatisch
de aangesloten spanning aanpast aan de spanning
die de apparatuur nodig heeft. Met deze omvormunit
kan de machine aangesloten worden op 3*230V,
3*400V, 3*440V, en 3*500V.
of
De autotrafo kan aan- en uitgeschakeld worden door
middel van hoofdschakelaar (13). Wanneer de
machine zo'n 40 minuten niet gebruikt wordt zal de
stroombesparingsfunctie de machine uitschakelen. De
autotrafo kan opnieuw ingeschakeld worden door
knop (14) op de autotrafo-unit. De standby functie kan
op verzoek door een specialist permanent uit-
geschakeld worden.
91
Waarschuwing