Problemen en oplossingen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten computer of apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of
andere apparatuur.
Probleem
Geen beeld
Als het 1 (aan/uit)-lampje niet brandt
of als het 1 (aan/uit)-lampje niet gaat
branden wanneer de 1 (aan/uit)-
schakelaar wordt ingedrukt:
Als het 1 (aan/uit)-lampje rood gaat
branden:
KABEL NIET AANGESLOTEN
verschijnt op het scherm.
Het waarschuwingsbericht "GEEN
INPUT SIGNAAL "wordt
weergegeven op het scherm of het 1
(aan/uit)-lampje brandt oranje:
BUITEN BEREIK verschijnt op het
scherm (pagina 18).
U gebruikt Windows.
Bij gebruik van een Macintosh
systeem.
Het beeld flikkert, springt,
oscilleert of is vervormd.
Downloaded from:
https://www.usersmanualguide.com/
Controleer deze punten
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
• Controleer of de MAIN POWER schakelaar op het beeldscherm is ingeschakeld (pagina
10)
• Controleer of de 1 (stroom) schakelaar aan staat.
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten
(pagina 7).
• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn gedrukt.
• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
• Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is bijgeleverd. Als u een
videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan KABEL NIET AANGESLOTEN
op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing.
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten
(pagina 7).
• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn
gedrukt.
• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
x Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door
de computer of andere apparatuur die is aangesloten
• De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een willekeurige toets op het
toetsenbord of verplaats de muis.
• Controleer of de grafische kaart goed is geïnstalleerd.
• Controleer of de computer is ingeschakeld.
• Start de computer opnieuw op.
x Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door
de computer of andere apparatuur die is aangesloten
• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de specificaties van het beeldscherm valt.
Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude
beeldscherm opnieuw aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen aan het
volgende bereik:
Horizontaal: 28 – 80 kHz (analoog RGB), 28 – 64 kHz (digitaal RGB)
Verticaal: 48 – 75 Hz (analoog RGB), 60 Hz (digitaal RGB)
Resolutie: 1280 × 1024 of minder
• Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude
beeldscherm opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY"
in de lijst met "Fabrikanten" en selecteer de gewenste modelnaam in de lijst met
"modellen" in het Windows-venster voor apparaatselectie. Als de modelnaam van dit
beeldscherm niet in de lijst met "modellen" wordt weergegeven, moet u "Plug & Play"
proberen.
• Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh
computer. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit.
• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).
• Probeer het beeldscherm aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander circuit.
x Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door
de computer of andere apparatuur die is aangesloten
• Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van het beeldscherm.
• Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19'' Color, enzovoort) en de frequentie
van het ingangssignaal worden ondersteund door het beeldscherm. Zelfs als de frequentie
binnen het juiste bereik ligt, hebben bepaalde grafische kaarten een synchronisatiepuls die te
smal is om correct te worden gesynchroniseerd door het beeldscherm.
• Dit beeldscherm verwerkt geen interlace-signalen. Stel deze in op progressive-signalen.
• Pas de frequentie voor vernieuwen (verticale frequentie) van de computer aan om een
optimaal beeld te verkrijgen.
19
NL