tweemaal en toont het de maximaal
mogelijke warmte-instellingen.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de opwarmstand van
de geselecteerde kookzone als laatste. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
6.9 Menustructuur
De tabel toont de basismenustructuur.
Gebruikersinstellingen
Sym‐
Instellingen
bool
b
Geluid
P
Energiebeperking
H
Afzuigkapmodus
E
Alarm / foutge‐
schiedenis
Om gebruikersinstellingen in te voeren: 3
seconden ingedrukt houden
vervolgens
ingedrukt. De instellingen
7. EXTRA FUNCTIES
7.1 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld,
• je na het inschakelen van de kookplaat
geen kookstand of ventilatorsnelheid
instelt,
• je iets hebt gemorst of langer dan 10
seconden iets op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek). Er klinkt een
signaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het object of
reinig het bedieningspaneel.
• het apparaat te heet wordt (bijv. als een
steelpan droogkookt). Laat de kookzone
afkoelen voordat je de kookplaat weer
gebruikt.
• je een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand wijzigt. Na enige tijd wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
36
NEDERLANDS
Mogelijke opties
Aan / Uit (--)
15 - 73
0 - 6
De lijst met recente
alarmen / fouten.
. Houd
verschijnen op de timer van de linker
kookzones.
Navigeren door het menu: het menu
bestaat uit het instellingssymbool en een
waarde. Het symbool verschijnt op de timer
aan de achterkant en de waarde verschijnt op
de timer aan de voorkant. Om tussen de
instellingen te navigeren, druk je op
timer aan de voorzijde. Druk op
de timer aan de voorzijde om de
instellingswaarde te wijzigen.
Om het menu te verlaten: druk op
OffSound Control
Je kunt de geluiden in / uitschakelen in Menu
> Gebruikersinstellingen.
Zie "Menustructuur".
Wanneer de geluiden uit zijn, kun je het
geluid nog steeds horen als:
• u
aanraakt,
• de timer gaat uit,
• druk je op een inactief symbool.
De relatie tussen de kookstand en de tijd
waarna het apparaat wordt uitgeschakeld:
Warmte-instelling
1 - 2
3 - 4
5
6 - 9
7.2 Pauze
Deze functie stelt alle kookzones in die op de
laagste warmte-instelling werken.
Als de functie in werking is kunnen
worden gebruikt. Alle andere symbolen op
het bedieningspaneel zijn vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
op de
of
op
.
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
5 uur
4 uur
1,5 uur
en