turen moeten worden uitgevoerd, moet een geschikt brandbeveiligingssysteem voorzien
zijn.
Plaats brandblussers op basis van CO2 of droge blusstoffen in de buurt van de vulzone.
f. Geen ontstekingsbronnen
Personen die werkzaam zijn op de koelsystemen en worden blootgesteld aan contact
met buizen waarin ontvlambare koelmiddelen vloeien of vloeiden, mogen geen ontste-
kingsbronnen gebruiken om het risico op brand of explosie te vermijden.
Elke mogelijke ontstekingsbron, zoals sigarettenrook, moet op een veilige afstand van
de plaats worden gehouden waar de installatie, de reparatie, de verwijdering plaatsvindt
daar koelvloeistoflekken zich in de omgeving kunnen bevinden. Alvorens het werk uit
te voeren, moet het gebied rond het apparaat worden gecontroleerd om er zeker van
te zijn dat er geen ontvlambare stoffen ontstekingsrisico's aanwezig zijn. Plaats borden
met ROOKVERBOD.
g. Geventileerd gebied
Zorg ervoor dat de zone open is of op geschikte wijze wordt geventileerd alvorens met
het systeem te werken of werkzaamheden bij hoge temperaturen uit te voeren.
Zorg voor een constante ventilatie tijdens de werkzaamheden.
De ventilatie moet op veilige wijze elk spoor van het koelmiddel kunnen verwijderen en
indien mogelijk naar buiten leiden.
h. Controles op het koelsysteem
Als de elektrische onderdelen worden gewijzigd, moeten ze geschikt zijn voor het doel
en voldoen aan de specificaties. Volg altijd de richtlijnen van de fabrikant voor het
onderhoud en de technische assistentie. Bij twijfels de klantendienst van de fabrikant
raadplegen.
De systemen met ontvlambare koelmiddelen moeten aan de volgende controles worden
onderworpen:
• de omvang van de lading moet overeenkomen met die van de kamer waarin de
componenten met het koelmiddel zijn geïnstalleerd;
• de ventilatiesystemen en -uitgangen moeten correct werken en mogen niet verstopt
zijn;
• als een indirect koelcircuit in gebruik is, moet u de aanwezigheid van het koelmiddel
in het secundair circuit controleren; de markering, aanwezig op de installaties, moet
zichtbaar en leesbaar blijven;
• onleesbare markeringen en signaleringen moeten worden gecorrigeerd;
• de koelleidingen of -onderdelen moeten zodanig worden geïnstalleerd dat het onmo-
gelijk is dat ze aan stoffen worden blootgesteld, die de componenten met koelmid-
delen zouden kunnen aantasten, tenzij deze componenten werden geproduceerd
met corrosiebestendige materialen of ze tegen corrosieve stoffen zijn beschermd.
NL - 10