3.1.
Beschrijving van het apparaat
3.2.
Klaarmaken voor gebruik
PLAATS VAN HET APPARAAT
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C en de relatieve vochtigheid moet lager zijn dan
85%. Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waarin het apparaat wordt gebruikt. Er moet minstens 10
cm afstand zijn tussen elke kant van het apparaat en de muur of andere voorwerpen. Het apparaat moet
altijd worden gebruikt op een vlakke, stabiele, schone, brandvrije en droge ondergrond en buiten het
bereik van kinderen en personen met beperkte mentale en sensorische functies. Plaats het apparaat zo
dat u altijd bij de stekker kunt. Het op het apparaat aangesloten netsnoer moet correct geaard zijn en
overeenkomen met de technische gegevens op het productetiket.
3.3.
Gebruik van het apparaat
Sluit apparaat aan op de stroomvoorziening.
Zet de snelheidsregelknop op de gewenste waarde.
Plaats het reageerbuisje met vloeistof in het midden op de siliconenkop en druk lichtjes aan.
Het mixen begint.
Wanneer het mixen voltooid is, verwijdert u de slang van de kop en koppelt u het apparaat los van de
voeding.
3.4.
Reiniging en onderhoud
a)
Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen voor elke reiniging, afstelling
of vervanging van accessoires, of als het apparaat niet wordt gebruikt.
•
Wacht tot de draaiende elementen stoppen.
b)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
c)
Na het reinigen van het apparaat moeten alle onderdelen volledig worden gedroogd alvorens het
opnieuw te gebruiken.
d)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
e)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
f)
Zorg dat er geen water in het apparaat komt via openingen in de behuizing van het apparaat.
g)
Maak de ventilatieopeningen schoon met een borstel en perslucht.
h)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
i)
Gebruik voor reinigen een zachte, vochtige doek.
j)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
k)
Reinig het apparaat niet met een zure substantie, middelen voor medische doeleinden, verdunners,
brandstof, olie of andere chemische stoffen, omdat dit het apparaat kan beschadigen.
NL
1 – Snelheidsregelknop
2 – DC-stopcontact
3 – Siliconen kop