Schakel het apparaat uit en haal de stekker
•
uit het stopcontact. Om de watertank af te
tappen,
de
onderzijde van het apparaat verwijderen en
het water in een geschikt bak laten
weglopen. Zodra u het apparaat herstart,
functioneert het weer normaal.
Continue
•
ontvochtigingsmodus):
rubberen stop aan de onderkant van het
apparaat en sluit een afvoerslang aan op de
opening. Laat het water in een container
lekken (afb.4).
Reiniging
Haal de stekker van het apparaat voor elke reiniging uit het stopcontact en laat het afkoelen. Dompel
•
het apparaat en de elektrische componenten ervan nooit onder water om elektrische schokken te
voorkomen.
•
Gebruik voor het schoonmaken van de buitenoppervlakken neutraal schoonmaakmiddel en een zachte
doek, en voor afdrogen een droge doek.
•
Gebruik geen benzine of andere chemische reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
Maak het stoffilter eens per twee weken schoon, om het luchtvolume op peil te houden. Maak het filter
•
schoon met neutraal schoonmaakmiddel en water op ca. 40°C. Spoel al het achtergebleven
schoonmaakmiddel weg, en laat het filter vervolgens volledig aan de lucht drogen voordat u het weer
terugplaatst (afb.5).
•
Gebruikt u het apparaat langere tijd niet,
maak dan het waterreservoir helemaal
leeg. Zorg dat er geen stroom op het
apparaat
staat
schoongemaakt. Bewaar het apparaat
vervolgens afgedekt op een droge plaats.
Probleembehandeling
Probleem
1. Het apparaat gaat
niet aan, hoewel ik
op de "POWER"-
knop druk.
2. Het is niet koud
genoeg.
waterafvoerstop
aan
drainage
(alleen
verwijder
en
dat
het
Mogelijke oorzaken
Het waterreservoir is vol en het
waterreservoir is vol en de indicator voor
het waterreservoir brandt.
In de koelmodus is de
kamertemperatuur lager dan de
ingestelde temperatuur.
De omgevingstemperatuur is te laag of
te hoog.
In de ontvochtigingsmodus is de
omgevingstemperatuur te laag.
De deuren of ramen zijn niet dicht.
Er zijn warmtebronnen in de ruimte.
de
in
de
is
Maak de watertank leeg via de drainage-
opening.
Stel de temperatuur opnieuw in.
Wij adviseren de operatie bij 17-35 °C.
De omgevingstemperatuur moet hoger
zijn dan 17 °C.
Sluit alle ramen en deuren.
Verwijder waar mogelijk alle
warmtebronnen.
Afb. 4
Afb. 5
Voorgestelde oplossingen