MICROFONE
1
5
+ AAA Battery I
1.
Windkap
2.
Statiefaansluiting
3.
Controlelampje
4.
Aan/uit-schakelaar / dB-schuifregelaar
5.
Batterijklepje
6.
5mm audiokabel
Uw microfoon gebruiken
1. Open het batterijvak en installeer vervolgens
één AAA 1,5V-batterij volgens de juiste
polariteit die op het vak is aangegeven.
2. Maak de statiefaansluiting vast aan de
onderkant van het statief en draai de
connector met de klok mee vast. Sluit de
microfoon aan op de camera met behulp van
de audiokabel.
3. Sluit de audiokabel van de microfoon aan op
de MIC-connector van het apparaat en schakel
de microfoon in met behulp van de aan/uit-
schakelaar.
4. Schuif de aan/uit-schakelaar/dB-schuifregelaar
heen en weer om de microfoon in te schakelen
en tussen 0 dB en 20 dB te schakelen.
4
3
2
6
Opmerking: Als de microfoon op de camera is
aangesloten en deze is uitgeschakeld, dan wordt
er geen geluid opgenomen.
SPECIFICATIES
Kanaal
Bedrijfsspanning
Uitgangsimpedantie
Levensduur batterij
Maximaal
geluidsdrukniveau
Microfoon
Frequentiebereik
Gevoeligheidsverbe-
tering
Gevoeligheid
Equivalent
geluidsniveau
NL
Stereo
AAA 1,5V alkaline-
batterij
200Ω±30% (bij 1kHZ)
20 ~ 30 uur.
130dB (THD≤1,5% bij
1kHZ)
Elektrostatische
condensatormicro-
foon
50HZ-16kHZ
+20dB±2dB
-45dB±3dB (0dB=1V/
Pa bij 1kHZ)
24dB A
57