1.
Deksel slot
3.
Besturingspaneel
5.
Stellage
7.
Corpus
9.
Waterpoel
3.2.
Klaarmaken voor gebruik
PLAATS VAN HET APPARAAT
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C en de relatieve vochtigheid moet lager zijn dan
85%. Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waarin het apparaat wordt gebruikt. Er moet minstens 10
cm afstand zijn tussen elke kant van het apparaat en de muur of andere voorwerpen. Het apparaat moet
altijd worden gebruikt op een vlakke, stabiele, schone, brandvrije en droge ondergrond en buiten het
bereik van kinderen en personen met beperkte mentale en sensorische functies. Plaats het apparaat zo
dat u altijd bij de stekker kunt. Het op het apparaat aangesloten netsnoer moet correct geaard zijn en
overeenkomen met de technische gegevens op het productetiket.
Demonteer het apparaat en alle onderdelen en reinig ze voor het eerste gebruik.
3.3.
Gebruik van het apparaat
Functioneel testen vóór het uitkomen:
Monteer de unit en controleer of de interne structuur compleet is.
Sluit het apparaat aan en de broedmachine begint te werken.
Er verschijnt een alarm voor lage temperatuur/vochtigheid. Druk op een willekeurige knop om dit te
annuleren.
Giet water in het watergat (tot 1400 ml).
NL
2.
Stofkap
4.
Frame van eiertray
6.
Deksel
8.
Lås
10.
Basis