13. TABEL ONDERHOUD
Ingreep
MACHINE
Controle van alle bevestigingen
Veiligheidscontroles / Controle
van de commando's
Controle vergrendelelement ketting
Controle bevestiging staven
Algemene reiniging en controle
Reiniging van de ketting
Controle van de smeergaten van
de machine en het blad
Controle tandwiel ketting
Onderhoud ketting
Onderhoud blad
Bijvullen niveau olie ketting
* Handelingen die door uw Verkoper of door een gespecialiseerd Centrum moeten uitgevoerd worden.
14. PROBLEMEN IDENTIFICATIE
PROBLEEM
1. Door de de veiligheidsknop in
te drukken, gaat het blauwe
lampje (Afb. 14.C) niet aan
2. Door de de veiligheidsknop in
te drukken, gaat het blauwe
lampje (Afb. 14.C) niet aan,
het controlelampje knippert
3. De motor stopt tijdens het werk
Eerste
keer
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
MOGELIJKE OORZAAK
Geen accu of accu niet
correct geplaatst.
Accu plat
Accu niet correct geplaatst.
Machine beschadigd
NL - 18
Frequentie
Vervolgens
om de
Voor eender welk gebruik
Voor eender welk gebruik
Voor eender welk gebruik
Voor eender welk gebruik
Aan het einde van
ieder gebruik
Aan het einde van
ieder gebruik
Voor eender welk gebruik
Eenmaal per maand
-
-
Voor eender welk gebruik
OPLOSSING
Verzeker u ervan dat de accu
goed geplaatst is (par. 7.2.3)
Controleer de ladingsstatus en
herlaad de accu (par. 7.2.2)
Verzeker u ervan dat de accu
goed geplaatst is (par. 7.2.3).
Gebruik de machine in geen
geval. Verwijder de accu en
Neem contact op met
een Dienstcentrum.
Paragraaf
7.7
6.2
7.5
4.4
7.4
7.4.2
7.6
8.1 *
8.2
8.3
7.3