Symbolen op het apparaat
Plaatsen en aansluiten
Apparaat opstellen
OPMERKING
Plaats het apparaat boven de waterspiegel. Teruglopend water kan het apparaat beschadigen.
B, C
Neem de volgende voorwaarden in acht:
• Houd minimaal 2 m veiligheidsafstand tot het water aan.
• Plaats het apparaat zodanig, dat het voor niemand een gevaar kan opleveren.
• Apparaat waterpas, stabiel en tegen overstroming beveiligd opstellen.
Apparaat aansluiten
Zo gaat u te werk:
D
• Luchtslang beschermd installeren.
– Daarbij de luchtslang zo kort mogelijk houden.
• Beluchtingssteen met luchtpijp verbinden en in de vijver plaatsen.
• Vrije einden van luchtpijp op de uitblaasopening aan apparaat steken.
Ingebruikname
Inschakelen: Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het apparaat schakelt onmiddellijk
aan.
Uitschakelen: Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet af.
Het apparaat is beschermd tegen het binnendringen van spatwater.
Voer het apparaat niet af met het normale huisvuil.
Lees de gebruikershandleiding.
NL
21