5.
Controleer de verbinding door regelaar G1 omhoog te trekken. Hij mag niet
loskomen van de gaskraan.
6.
Controleer de verbinding tussen de drukregelaar G1 en de gasslang G5 naar de
kraan en zorg dat ze goed vastzitten.
7.
Open de gaskraan van de cilinder door de bedieningshendel G2 naar de
12-uurpositie te draaien.
8.
Controleer altijd op lekken na montage en voor gebruik van het product (zie 3.3
" Controleren op lekken"). Brand- en verwondingsgevaar!
9.
Om het gas te laten stromen, moeten de bedieningsknoppen op het product en
de gaskraan G2 op de gasfles worden geopend (stand 12 uur). De vonk komt
vrij bij het bereiken van de 1/4 positie op een bedieningsknop.
G1
G5
G4
3.3 Controleren op lekken
LET OP!
◊ Gebruik een standaard lekdetectiemethode om te controleren of alle
verbindingen goed vastzitten. Gebruik nooit een open vlam om te controleren op
lekken en vertrouw niet op je gehoor of geur.
1.
Zet alle bedieningsknoppen op OFF.
2.
Open de gaskraan op de gasfles.
3.
Borstel een zeepoplossing over alle verbindingen van het gassysteem, inclusief
klepverbindingen, slangverbindingen en regelaaraansluitingen.
4.
Als zich ergens bellen vormen, betekent dit dat er een lek is. Als de verbinding
niet afgedicht is, sluit dan onmiddellijk de gaskraan door de bedieningshendel
G2 naar de 9-uurpositie te draaien.
5.
Draai de verbinding vast of vervang het lekkende onderdeel voordat je het
product gebruikt.
6.
Herhaal de lektest jaarlijks of wanneer de gasfles wordt gerepareerd of
bijgevuld.
G2
9
Nederlands
13