73
Priming (Aanzuiging)
Deze pomp wordt verzonden met de vulmodus INGESCHAKELD. Tenzij de instellingen voor het vullen
veranderd worden in het menu, dient u er rekening mee te houden dat de pomp tot de vulsnelheid zal
versnellen wanneer ze de eerste keer wordt ingeschakeld met de toets Start/Stop.
Controleer vóór het inschakelen van de pomp of de volgende voorwaarden vervuld zijn.
1. Ontluchtingsklep filter geopend.
2. Kleppen geopend.
3. Retourleiding zwembad volledig geopend en niet verstopt.
4. Water in pompmand.
5. Houd voldoende afstand van de filter of andere drukvaten.
Laat de pomp NIET droog draaien. Als de pomp droog draait, zal de mechanische afdichting beschadigd worden, waardoor
de pomp gaat lekken. In dat geval moet de beschadigde afdichting vervangen worden. Houd het water in uw zwembad
ALTIJD op het correcte peil (tot halverwege de skimmeropening). Als het waterpeil onder de skimmeropening zakt, zal de pomp lucht aanzuigen
via de skimmer waardoor geen water meer wordt aangezogen en de pomp droog gaat draaien. Dit heeft beschadiging van de afdichting tot
gevolg. Als de pomp zo blijft draaien, kan dat tot drukverlies leiden. Dat kan de pompbehuizing, het schoepenrad en de dichting beschadigen
en tot materiële schade en lichamelijke letsels leiden.
Het vullen gebeurt automatisch wanneer de VS2-pomp
met variabele snelheid vanuit stilstand wordt gestart,
uitgezonderd in de Quick Clean-modus. Het vullen begint
standaard bij 2.850 rpm en duurt 5 minuten. Het scherm
van de aandrijving geeft achtereenvolgens de volgende
informatie weer: "PrI - Vulsnelheid, PrI -- Resterende
tijd".
Zodra het vullen begonnen is, kan de snelheid op een
waarde tussen 3.450 en 1.700 rpm worden ingesteld met
de pijltoetsen "+" en "-". Als de snelheid op een waarde
lager dan 1.700 rpm wordt ingesteld, is de vulmodus
niet beschikbaar en zal de pomp onmiddellijk met de
ingestelde snelheid beginnen te draaien.
Wanneer de vulmodus niet beschikbaar is en de pomp
vanuit stilstand wordt gestart, toont het scherm gedurende
10 seconden de informatie "PrI - UIT" terwijl de pomp
met de geprogrammeerde snelheid draait (Zie Figuur
11). Dit geeft de gebruiker de tijd om de vulmodus
te activeren met de pijltoets "+". Als de gebruiker de
vulmodus opnieuw activeert, daalt de pompsnelheid van
de geprogrammeerde waarde tot 1.700 rpm. De gebruiker
kan de vulsnelheid vanaf 1.700 rpm verhogen door op
de pijltoets "+" te drukken. De afteltimer van 5 minuten
begint te lopen wanneer de vulmodus wordt ingeschakeld.
PrI
Figuur 11: deactivering vulmodus.
De installateur moet de vulsnelheid voldoende hoog
instellen om de pomp te vullen na een nieuwe installatie,
maar niet zo hoog dat veel energie wordt verspild tijdens de
eerste vulperiode van 5 minuten. De tijd die de pomp nodig
heeft voor het vullen, kan veranderen afhankelijk van lokale
omgevingsfactoren zoals de temperatuur van het water, de
luchtdruk en het waterpeil van uw zwembad. Houd rekening
met al die elementen wanneer u de vulsnelheid instelt. In de
meeste gevallen hoeft de pomp echter niet met 2.850 rpm
te draaien voor het vullen.
Test en controleer de gekozen vulsnelheden meer dan een
keer en laat het water steeds uit het systeem lopen tussen
de tests.
Opmerking: de pompzeefmand moet altijd tot de onderzijde
van de ingang gevuld blijven om te voorkomen dat er lucht
in het systeem komt.
OFF