NL
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING!
Lees vóór installatie of gebruik deze installatie- en
bedieningshandleiding. Installatie en bediening
moeten voldoen aan de plaatselijke voorschriften en
de aanvaarde gedragscodes.
WAARSCHUWING!
Verpomp geen benzine, oplosmiddelen, verdunners
of ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager
dan 37,8°C (100°F). Dit kan leiden tot een explosie
die persoonlijk letsel, de dood of materiële schade
kan veroorzaken.
OPMERKING: Het niet gebruiken van dit
apparaat volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant kan de basisbeveiliging die het apparaat
biedt in gevaar brengen en kan de garantie doen
vervallen. De garantie dekt geen schade veroorzaakt
door foutieve installatie of verkeerd gebruik van de
apparatuur. Het niet strikt naleven van de aanbevo-
len veiligheidsvoorschriften kan leiden tot ernstig of
dodelijk persoonlijk letsel en/of materiële schade.
Het niet in acht nemen van de aanbevolen veilighe-
idsprocedures kan leiden tot materiële schade.
Alleen gekwalificeerd onderhoudspersoneel mag
proberen het product te repareren/onderhouden.
Dompel geen enkel onderdeel van deze pomp
onder in water/vloeistof.
Gebruik de pomp niet zonder de juiste leidingen.
Laat de pomp niet draaien zonder passend toezicht
zoals vastgesteld voor veilige werkpraktijken en
bedrijfsprocedures.
Niet gebruiken door kinderen en onbevoegd
personeel.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en beschikbaar
voor alle gebruikers.
Volg altijd goede werkpraktijken bij het gebruik van
deze apparatuur.
Volg de wetgeving die op uw werkterreinen van
toepassing is.
Raak het motoroppervlak niet aan tijdens of na de
pomp, omdat het oppervlak heet kan worden.
Gebruik uitsluitend onderdelen en accessoires van
de oorspronkelijke fabrikant.
De apparatuur is niet vonk-, vlam- of
explosiebestendig en is niet ontworpen voor
gebruik in gevaarlijke gebieden in de zin van de
ATEX-richtlijn 94/9/EG.
DC-pomp met flexibele waaier
Dit product is ontworpen voor een veilige werking bij gebruik
volgens de instructies van de fabrikant.
Deze handleiding bevat ook de nodige informatie voor een
correcte installatie. Deze handleiding is ontwikkeld voor gekwal-
ificeerd personeel met een geschikte opleiding en technische
kwalificatie om dit soort apparatuur te bedienen.
Pump Unit Information:
22610-Serie, 1" (25mm) HB, 1/2" NPT Vrouwelijke Poorten, 12V,
maximaal 30 minuten continue bedrijfscyclus.
Kenmerken
• De pomp is ontworpen om vloeistof in ballasttanks te pompen.
• De pomp is omkeerbaar, zodat hij vloeibare ballast kan
toevoegen en vervolgens overboord kan pompen wanneer
dat nodig is.
• Indien nodig wordt de pomp ingeschakeld om de ballasttank
te vullen en de pomp wordt uitgeschakeld wanneer hij vol is.
• Om de ballast te verminderen, wordt de pomp omgekeerd om
de ballast weer overboord te pompen.
• Dezelfde operatie wordt gebruikt voor het overpompen van
ballast tussen twee ballasttanks.
INSTALLATIE
POMPINSTALLATIE
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn.
• Controleer of de pompeenheid tijdens het vervoer niet
beschadigd is.
• Controleer of de in- en uitlaatpoorten vrij zijn van vuil, stof of
verpakkingsmateriaal.
• Controleer of de elektrische gegevens overeenkomen met de
gegevens op het productlabel en of de juiste zekering in de
stroomleiding is geplaatst.
• Monteer een zeef op de inlaatslang om te voorkomen dat
groter vuil de pomp binnendringt, zorg ervoor dat deze schoon
en vrij van vuil is voor gebruik.
• Controleer voor het aansluiten van de in- en uitlaatslangen of
deze vrij zijn van vuil.
• Bevestig de 1" (25mm) ID slang rechtstreeks op de uitlaat-
poorten, of op 1/2" NPT male x 1" (25mm) HB fittingen met
behulp van roestvrijstalen slangklemmen.
• Gebruik een spiraalvormige versterkte slang (met een gladde
binnenboring) die niet bezwijkt onder de zuigkracht, of stijve
of halfstijve leidingsystemen.
• De pomp kan op elk vlak en geschikt oppervlak worden
gemonteerd.
• Monteer de pomp op een droge, goed geventileerde plaats
die volledig toegankelijk is voor onderhoud.
• Gebruik de meegeleverde rubberen pakkingen om trillingen
te minimaliseren en draai de bevestigingsschroeven niet te
vast aan.
• Alle scheepspompen die overboord lozen, moeten worden
geïnstalleerd met de overboordlozing ruim boven de statische
en hellende waterlijnen.
19