7.3 Elektronica van de motor
Softstart
Elektronisch gestuurde traploze aanloop
zorgt voor het opstarten zonder terugslag.
Dankzij de stroombeperking tijdens de soft-
start is de zekering van 16 A voldoende.
Vermindering van onbelast toerental
Elektronica vermindert het toerental van
de machine bij onbelast draaien; daarmee
wordt het geluid minder alsook de slijtage
van de motor en transmissies.
Constante elektronica
Constante elektronica houdt het toerental
bij onbelast draaien en bij belasting op ge-
lijke waarde; dit zorgt voor een gelijkma-
tige werkverschuiving en zaagsnede van
goede kwaliteit.
Elektronische bescherming bij
overbelasting
Bij extreme overbelasting van de machine
wordt de motor tegen beschadiging elektro-
nisch beschermd. In dat geval blijft de mo-
tor stilstaan en begint pas na het ontlasten
en na opnieuw aanzetten via de schakelaar
te lopen.
Warmtebescherming bij overbelasting
De veiligheidselektronica schakelt bij ex-
treme constante belasting bij het bereiken
van de kritieke temperatuur de motor over
in koelingmodus, ter bescherming tegen
oververhitting. De machine kan niet belast
worden, deze loopt bij verminderd toeren-
tal. Na het afkoelen, over ca 3 – 5 min., is de
machine opnieuw klaar voor bedrijf en vol-
ledig belastbaar. Bij de door bedrijf verhitte
machines reageert de warmtebescherming
op een adequate wijze al eerder.
Vooraf instelbaar toerental
M.b.v. de toerentalregelaar [1-14] kan
vooraf het toerental gelijkmatig worden
gekozen:
Stand 1: 2200 min
Stand 2: 2600 min
Stand 3: 3200 min
Stand 4: 3600 min
–1
Stand 5: 4100 min
–1
Stand 6: 4600 min
–1
8
Ingebruikname
8.1 Ketting opzetten
WAARSCHUWING
Zorg bij het opzetten van de ketting voor
de juiste positie. De zaagtanden moeten
in de richting van het draaien van de ket-
ting liggen, dwz. volgens het merkje dat
op het zaaglichaam is aangebracht.
De machine SSP 200 EB wordt zonder op-
gezette ketting geleverd. Demonteer de be-
schermkap van het kettingwiel [2-1] door
het spanwieltje [2-2] tegen de richting van
de klok te draaien, zie fi g. [2]. Zet de nieuwe
ketting [2-3] op het kettingzwaard [2-4] en
zet die dan in de machine. Volg de juiste po-
sitie (richting) van de zaagtanden conform
de draairichting op. De draairichting is door
middel van een pijltje op het zaaglichaam
aangeduid en onder het afschermkapje van
het kettingwiel is een merkje, hoe de ket-
ting opgezet moet worden. Zet de ketting-
schakels op het kettingwiel [2-8] en draai
met het spanwieltje [2-9] (met draaien met
de klok mee, gezien van bovenaan, wordt
de ketting losser – de pin beweegt omhoog,
met draaien tegen de klok in – beweegt de
pin omlaag), zodat de opening op het ket-
tingzwaard [2-5] op de spanpin [2-6] invalt.
Zet daarna het kapje van het kettingwiel
[2-1] op de spanschroef [2-7] en trek het
aan door het draaien met het spanwieltje
[2-2] met de klok mee. Voor vast aantrekken
de ketting op de juiste spanning brengen,
zoals in artikel 11.1 staat beschreven.
8.2 Oliereservoir vullen
De machine SSP 200 EB wordt met leeg re-
servoir voor kettingsmeerolie geleverd. Voor
de eerste ingebruikname van de machine
moet het oliereservoir met kettingolie wor-
den gevuld, anders kan de doseerpomp van
olie beschadigd/vernield. Wanneer de ma-
–1
chine met onvoldoend gevuld oliereservoir,
–1
eventueel met niet werkend smeer systeem
wordt gebruikt, heeft het de onherstelbare
–1
schade aan de oliedoseerpomp tot gevolg
alsook aan de hele set zaaggereedschap!
Dop van oliereservoir [1-9] is van een ope-
ning met een één richting zuigklep voorzien,
om de luchtdruk in evenwicht te brengen.
Werkt u met de machine in andere dan hori-
87