Van zodra de motor loopt produceert hij giftige
uitlaatgassen, die chemicaliën (onder andere
onverbrande koolwaterstof en koolmonoxide)
bevatten, en die ademhalingsproblemen, kan-
ker, genetische en andere voortplantingsfouten
kunnen veroorzaken.
Sommige gassen (bijv. koolmonoxide) kunnen kleur- en
reukloos zijn. Laat uw machine nooit in een slecht ver-
luchte omgeving draaien, teneinde ernstig verwonding-
of zelfs levensgevaar ingevolge het inademen van giftige
gassen te vermijden. Bij ophoping van uitlaatgassen
ingevolge een slechte verluchting, bevrijd uw werkom-
geving van deze situatie en/of pauzeer dikwijls om de
uitlaatgassen te laten wegtrekken en de ophoping ervan
te vermijden. Het inademen van bepaalde, vooral orga-
nische stoffen kan tot allergische reacties leiden. Het
veelvuldig inademen van schadelijke stoffen in de lucht,
vooral micropartikels, kan ademhalingsproblemen- en
andere ziekten met zich meebrengen. Gebruik een goe-
de arbeidstechniek en gebruik uw machine zodanig dat
de windrichting van de uitlaatgassen van u wegblaast.
Wanneer het inademen van stoffen hoofdzakelijk niet kan
vermeden worden, wordt de gebruiker en personen in de
omgeving aangeraden een aangepast ademmasker op
te zetten.
OPGELET !
De kettingzaag op steel heeft een grote reikwijdte. Houd
tijdens het gebruik van de machine alle voorbijgangers in
een perimeter van minstens 15 meter uit de buurt om –
mogelijk dodelijk- gevaar op verwondingen door ongewild
contact met het snijdapparaat of door vallende objecten
te verminderen.
OPGELET !
Houd alle voorbijgangers weg van de werkende ketting-
zaag, maar werk nooit alleen. Houd u op hoorafstand van
andere personen, ingeval u hulp nodig heeft.
Schakel de motor uit wanneer iemand u nadert.
!WAARSCHUWING!
Uw kettingzaag op steel is niet beschermd te-
gen elektrische inslag. Gebruik dit snijdwerktuig
niet in de nabijheid van leidingen en kabels
waarin elektrische stroom aanwezig is, teneinde
het gevaar op stroomstoot te voorkomen.
Elektriciteit kan door een zogenaamde 'lichtboog' over-
springen. Hogere spanning verhoogt de afstand die op
deze manier kan overspringen. Zij kan eveneens
door middel van –vooral- natte takken overspringen.
Houd een zekerheidsafstand van minstens 15 meter
tussen de kettingzaag (en de takken die ze raakt) en de
leidingen en kabels, waarin elektrische stroom aanwezig
is. Contacteer de stroomleverancier en zorg voor een
stroomonderbreking, vooraleer u met geringe veiligheids-
afstand gaat werken.
Raadgevingen i.v.m. de bediening
OPGELET !
Houd uw handen en voeten ver weg van de kettingzaag
om gevaar op kwetsuren te vermijden. Raak nooit een
draaiend snijdwerktuig aan met een lichaamsdeel.
De ketting draait nog even door, nadat u de gashendel
hebt losgelaten (massatraagheid).
De acceleratie van de motor terwijl de ketting geblok-
keerd is veroorzaakt het doorslippen van de ketting. Dit
kan leiden tot oververhitting en beschadiging van belang-
rijke componenten (o.a. koppeling en cartercomponenten
uit polymeren).
Dit kan dan weer gevaar op verwondingen met zich
meebrengen wegens draaiende ketting, ondanks ralenti
stand.
Ingeval de ketting vastkleeft, schakel dan steeds de mo-
tor uit en controleer of de ketting stilstaat.
Vermijd dat de zaagketting in contact komt met vreemde
voorwerpen zoals stenen, afsluitingen, nagels en andere.
Deze voorwerpen kunnen weggeslingerd worden en de
gebruiker of voorbijgangers verwonden of de zaagketting
beschadigen.
Verwijder in het werkgebied vooraleer u gaat snoeien
storende takken en kreupelhout. Baken een vrije zone
af, verwijderd van de plek waar afgesneden takken kun-
nen vallen, en verwijder daar alle hindernissen. Houd
het werkgebied vrij, en verwijder de afgevallen takken
onmiddellijk. Plaats alle andere werktuigen en machines
op veilige afstand van de te snoeien takken, maar niet
in de vrije zone.
Controleer altijd de toestand van de boom. Zoek naar
rotting en verval in de wortels en de takken. Wanneer
deze vanbinnen verrot zijn kunnen ze tijdens het snoeien
onverwacht afbreken en neerstorten. Houd nauwlet-
tend dode en afgebroken takken in de gaten, die door
vibraties kunnen loskomen en aldus boven op u kunnen
terecht komen. Bij zeer dikke of zware takken, maak
eerst een klein snede onderaan de tak vooraleer u van
boven naar onder werkt om het afbreken te voorkomen.
Om zware of dodelijke verwondingen door neervallende
objecten te verminderen, snoei nooit loodrecht onder
u. Houd de kettingzaag in een hoek van niet meer als
60° van het horizontale vlak (zie afbeelding). Objecten
kunnen in onverwachte richtingen vallen. Sta nooit direct
onder de tak, die u snoeit.
NL-7