4.14 Temperatuurfunctie
Door indrukken van de toets
SWING/ENTER gedurende 5 seconden
wordt het venster voor het opvragen van
de temperatuur geopend.
In het timer-gebied wordt de omgevings-
temperatuur getoond, gevolgd door twee
cijfers: 01 of 02.
01 heeft betrekking op de buitentempera-
tuur en 02 op de binnenruimtetemperatuur.
De toets MODE indrukken, om tussen de
beide modi te schakelen.
Een willekeurige andere toets, behalve de
toets MODE indrukken, om de gebruikers-
interface voor het opvragen van de tempe-
ratuur te verlaten.
Wanneer binnen 20 seconden geen an-
dere actie wordt uitgevoerd, verlaat de unit
deze functie automatisch.
Wanneer de unit niet op de omgevings-
temperatuursensor is aangesloten, wordt
na 12 uur bedrijf het display van de omge-
vingstemperatuursensor geblokkeerd.
4.15 Spaarfunctie
Met de spaarfunctie wordt de temperatuur
automatisch in de CV-functie op 8 °C en in
de koelmodus op 27 °C geregeld.
4.15.1 Spaarfunctie
activeren/deactiveren
1.
Selecteer de CV-functie of de koelmo-
dus.
2.
Houd tegelijk
drukt om de functie te activeren.
◁
In de verwarmingsmodus verschijnt
het symbool
◁
In de koelmodus verschijnt SE op
het display.
3.
Herhaal de procedure om de functie
te deactiveren.
8000011854_01 Gebruiksaanwijzing
en
inge-
op het display.
4.16 Kinderslotfunctie
Met de kinderslotfunctie
afstandsbediening worden geblokkeerd.
4.16.1 Kinderslotfunctie
activeren/deactiveren
1.
Tegelijkertijd op beide keuzetoetsen
drukken.
◁
Op het display van de afstandsbe-
diening verschijnt de weergave
Het kinderslot is geactiveerd.
2.
Opnieuw tegelijkertijd op beide keuze-
toetsen drukken, om de functie te de-
activeren.
4.17 Wifi-functie
activeren/deactiveren
▶
Druk op
functie te activeren of te deactiveren.
4.18 Ecofunctie
Deze functie houdt de unit binnen een
nauw temperatuurbereik, de temperatuur-
grenzen in de modus koeling (COOL) of
CV (HEAT) worden beperkt.
4.18.1 Ecofunctie
activeren/deactiveren
1.
Bij uitgeschakelde unit tegelijkertijd de
toetsen TIMER en
5 seconden indrukken, om naar de
configuratie van de ecomodus om te
schakelen, daarna wordt het symbool
SAVE en het symbool voor de koel-
modus (COOL) getoond. De onderste
grens is begrensd.
2.
Keuzetoets indrukken, om de tempe-
ratuurwaarde in koelmodus (COOL) te
kiezen.
3.
Toets Mode indrukken, om naar de
CV-functie (HEAT) om te schakelen.
4.
Keuzetoets indrukken, om de tempe-
ratuurwaarde in CV-functie (HEAT)
te kiezen. De bovenste grens is be-
grensd.
5.
Druk op de toets SWING/ENTER, om
de configuratie te bevestigen.
kan de
en
om de
gedurende
.
107