4.25 Extra functies configureren
1.
Om naar het menu met de extra func-
ties te gaan, bij uitgeschakelde unit te-
gelijkertijd de toetsen FUNCTION en
TIMER gedurende 5 seconden indruk-
ken.
2.
Toets MODE indrukken, om de con-
figuratie-elementen in te stellen en
de keuzetoets indrukken, om de ge-
wenste waarde voor elke functie te
bepalen.
4.25.1 Kamertemperatuursensor
selecteren ("00")
1.
Toets MODE indrukken, om "00" in
het temperatuurweergavebereik op
het display van de kabelgebonden
thermostaat te kiezen.
2.
Keuzetoets indrukken, om de confi-
guratiestatus, die in het timer-gebied
wordt getoond, te selecteren:
◁
01: de kamertemperatuursensor
bevindt zich in de binnenunit.
◁
02: de kamertemperatuursensor
bevindt zich in de kabelgebonden
thermostaat.
◁
03: temperatuursensor op de bin-
nenunit in koel-, ontvochtigings- en
beluchtingsmodus selecteren, tem-
peratuursensor op kabelgebonden
thermostaat in CV- en automati-
sche modus selecteren.
◁
04: temperatuursensor op de bin-
nenunit in koel-, ontvochtigings- en
beluchtingsmodus selecteren, tem-
peratuursensor op binnenunit in
CV- en automatische modus selec-
teren.
4.25.2 Koude lucht vermijden - Stop
van de binnenventilator ("05")
1.
Toets Mode indrukken, om "05" in het
temperatuurweergavebereik op het
display van de thermostaat te kiezen.
2.
Via de keuzetoetsen de optie 00 of 01
kiezen:
◁
00: na het uitschakelen blaast de
binnenunit gedurende 60 seconden
110
de restwarmte uit en stopt vervol-
gens.
◁
01: Zodra de ingestelde tempera-
tuur is bereikt, blaast de binnenunit
de restwarmte gedurende 10 se-
conden uit, daarna stopt de ventila-
tor van de binnenunit, zowel in CV-
functie als in koelmodus.
4.25.3 Laagverbruiksmodus
activeren/deactiveren ("07")
1.
Toets Mode indrukken, om "07" in het
temperatuurweergavebereik op het
display van de thermostaat te kiezen.
2.
met de keuzetoetsen de optie 00 kie-
zen om de modus van het laag ener-
gieverbruik te activeren, of de optie 01
om deze te deactiveren.
4.25.4 Contact On-Off
activeren/deactiveren ("08")
1.
Toets Mode indrukken, om "08" in het
temperatuurweergavebereik op het
display van de thermostaat te kiezen.
2.
Met de keuzetoetsen de optie 00 kie-
zen, om de contactfunctie On-Off te
deactiveren of 01 om deze te active-
ren.
4.25.5 Temperatuursensor bij
luchtretour compenseren
("12")
1.
Toets Mode indrukken, om "12" in het
temperatuurweergavebereik op het
display van de thermostaat te kiezen.
2.
Met de keuzetoetsen tussen de vol-
gende opties kiezen:
00
Compensatie 0 ºC
01
Compensatie 1 ºC
02
Compensatie 2 ºC
03
Compensatie 3 ºC
04
Compensatie 4 ºC
05
Compensatie 5 ºC
06
Compensatie 6 ºC
07
Compensatie 7 ºC
08
Compensatie 8 ºC
09
Compensatie 9 ºC
Gebruiksaanwijzing 8000011854_01