● Slijp het mes gelijkmatig om trillingen
door onbalans te voorkomen.
● Slijp onder een hoek van 30°.
● Verwijder eventueel na het slijpen
bramen op het lemmet met fijnkorrelig
schuurpapier.
● Houd de slijtagegrenzen aan. ( 12.3)
12.7 Kabel wielaandrijving
afstellen
Onderhoudsinterval:
indien nodig
De spanning van de kabel is af fabriek
goed afgesteld.
De kabel moet worden bijgesteld,
– wanneer na langer gebruik de
wielaandrijving bij geactiveerde beugel
van de wielaandrijving zich niet goed
inschakelt.
– wanneer de wielaandrijving permanent
ingeschakeld is. – Dit betekent dat de
grasmaaier zich ongewild in beweging
zet bij het uittrekken van de startkabel,
hoewel de beugel van de
wielaandrijving niet geactiveerd is.
Kans op letsel!
De kabel van de wielaandrijving
moet goed ingesteld zijn wanneer
met het apparaat wordt gewerkt.
Neem indien nodig contact op met
een vakhandelaar. STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan.
106
Spanning van de kabel controleren:
● activeer de beugel van de
wielaandrijving en trek de grasmaaier
gelijktijdig naar achteren.
Vanaf ongeveer een derde van de
hendelbeweging moeten de
aandrijfwielen blokkeren.
Kabel afstellen:
● door draaien van de verstelbout (1)
links op het bovenstuk duwstang in de
richting "+" wordt de kabel verder
29
gespannen, door draaien in de richting
"–" wordt deze ontspannen.
12.8 Verbrandingsmotor
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
Algemene aanwijzingen:
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange levensduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de olie te verversen alsook het
luchtfilter te vervangen.
Voor de aanbevolen oliewissel-intervallen
en informatie over motorolie en de
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u ook
naar het punt van de verbrandingsmotor in
de gebruiksaanwijzing.
De koelvinnen moeten altijd schoon
worden gehouden om een goede koeling
van de verbrandingsmotor te garanderen.
12.9 Accu en oplaadapparaat
onderhouden
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
12.10 Wielen en transmissie
De lagers van de wielen zijn
onderhoudsvrij.
De transmissie is onderhoudsvrij.
12.11 Gazonwals onderhouden
De aandrijfketting moet regelmatig
worden gesmeerd, de kogellagers
en de walsen zijn onderhoudsvrij.
Onderhoudsinterval:
een keer per jaar of indien nodig
● Voor onderhoudsdoeleinden bout (1,
torx 25) losdraaien en afdekking (2)
wegnemen.
● Aandrijfketting met standaard
verkrijgbaar vet smeren.
12.12 Opslag en stilleggen
(winterpauze)
Apparaat in een droge, afgesloten,
stofvrije ruimte opslaan. Bewaar het
apparaat altijd buiten het bereik van
kinderen.
Eventuele storingen voor het opslagen
corrigeren. Het apparaat moet steeds
gebruikklaar zijn.
Brandstof uit de brandstoftank aftappen en
carburateur ledigen voor de opslag (bijv.
door leegrijden).
0478 111 9955 A - NL
28