2.17. BRAND BIJ DE ROOKGASAFVOER. Volg ter voorkoming van deze situatie de indicaties op die zijn opgenomen
in paragraaf 4 over de installatie van de rookgasafvoer. Procedure:
•
De kachel schakelt automatisch uit in geval van een te hoge
stekker van de kachel niet uit het stopcontact.
•
Bel de brandweer.
•
Raadpleeg uw dealer voordat u de kachel opnieuw aansteekt.
2.18. Verwijdering. de kachel of ketel mag niet worden weggeworpen met het huishoudelij
de gebruiksduur. Breng het afvoeren van het apparaat ten uitvoer in overeenstemming met de betreffende
plaatselijke voorschriften, op de juiste wijze en milieuvriendelijk. Bezorg het product aan het eind van zijn
levensduur aan de afvalbeheerder erkend door de lokale overheid voor het vervoer naar een geschikte
verwerkingsinstallatie.
3.
BRANDSTOF.
Uw kachel is ingesteld op gebruik van houten pellets
worden gebruikt (raadpleeg uw dealer over deze optie). Als u een andere soort biomassa kunt gebruiken, moet u he
brandstofmenu wijzigen (zie de gebruikershandleiding) en in de meeste gevallen is de korf voor de verbranding nie
dezelfde als die wordt gebruikt vo
ECOFOREST heeft geen enkele controle over de kwaliteit van de brandstof die u gebruikt en kan daarom ook
niet garanderen dat uw kachel een volledige prestatie levert of dat de levensduur van de kachel en de rookgasafvo
niet worden aang e tast. Hieronder vindt u de minimale eigenschappen waaraan de brandstof moet voldoen:
Diameter (mm)
Lengte (mm)
Korrelgrootte (mm)
PCI (Kcal/kg)
As (% massa)
Vochtigheid (% massa)
Oliën
Korf en/of specifieke choke
4.
INSTALLATIE.
Dit komt omdat de installatie moet worden aangepast aan de geldende normen ten aanzien van gasuitlaten op
gevels, vermogens en de minimale veiligheidsafstanden van de specifieke openbare zones van el
regio.
De installatie van de kachels vindt op dezelfde wijze plaats. Daarom wordt alleen de installatie van de
kachel París behandeld. Zo wordt ook de bevestiging van de luchtinlaat weggelaten in alle tekeningen omdat
onder punt 4.19 alle minimale veiligheidsmaatregelen voor de installatie ervan zijn opgenomen.
De contactdoos waar de kachel op wordt aangesloten moet aan de volgende eigenschappen voldoen:
4.7.
Aardaansluiting conform de toepasselijke wettelijke voorschriften.
4.8.
Aardlekschakelaar conform de toepasselijke wettelijke voorschriften, met de juiste stroomsterkte.
technische kenmerken van de kachel).
4.9.
Eenfasige wisselstroom 230/240V 50Hz en zuivere sinusgolf.
4.10. Een mannelijke stekker mag alleen op
technische kenmerken van de betreffende mannelijke stekker.
4.11. Makkelijk te bereiken contactdoos. Als u door de betreffende eigenschappen van de installatie niet bij de
contactdoos kan, dan moe t een hulpmiddel worden geïnstalleerd voor de scheiding van het contact van alle
polen.
or houten pellets.
Pellets
6
5-25
< 1,5
< 12
Origineel
hieronder worden beschreven zijn slechts ter informatie.
ELEKTRISCHE AANSLUITING.
een vrouwelijke stekker worden aangesloten die overeenkomt met de
177
temperatuur bij de rookgasafvoer. Haal de
(A1), hoewel hij ook met andere soorten biomassa kan
Olijfpitten
3 - 4
< 1,5
< 12
Zonder olie -inhoud
Specifiek
k afval aan het eind van
Amandeldoppen
6 - 8
< 1,5
< 12
Specifiek
ke geografische
(Zie de