F3SG-SR-reeks
Model
Veiligheidslichtscherm
NL
Instructieblad
Dank u voor uw keuze voor dit veiligheidslichtscherm van de F3SG-SR-reeks
(hierna de "F3SG-SR" genoemd). De F3SG-SR mag alleen worden gehanteerd
door een "verantwoordelijke" die kennis heeft van, en vertrouwd is met de machine
waarvoor de installatie moet worden uitgevoerd. De aanduiding "verantwoordelijke"
in dit document betekent een persoon die gekwalificeerd, bevoegd en verantwoor-
delijk is om de veiligheid te garanderen bij alle processen met betrekking tot het
ontwerp, de installatie, de bediening, onderhoudsdiensten en verwijdering van de
machine. Er wordt van uitgegaan dat de F3SG-SR op de juiste manier zal worden
gebruikt op basis van de installatie-omgeving, de prestaties en de functionaliteit
van de machine.
De verantwoordelijke moet een risicobeoordeling van de machine uitvoeren en de
geschiktheid van dit product bepalen voordat het wordt geïnstalleerd. Lees dit
document en de referentiehandleidingen voor de F3SG-SR aandachtig zodat u alle
inhoud begrijpt en correct kunt toepassen voordat het product wordt geïnstalleerd
en bediend. Bewaar dit document op een plaats waar de operator het altijd kan
raadplegen wanneer dat nodig is.
Dit apparaat is een elektro-gevoelige beschermende uitrusting met als doel het
beschermen van het menselijk lichaam.
© OMRON Corporation
2022-2023
Alle Rechten Voorbehouden.
5689618-4B
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Instructies in de talen van de EU en een ondertekende EU-conformiteitsverklaring zijn
beschikbaar op onze website op www.industrial.omron.eu/safety.
Conformiteitsverklaring
OMRON verklaart dat de F3SG-SR voldoet aan de eisen van de volgende EU-richtlijnen
en de VK-wetgeving:
EU: Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines, Richtlijn 2014/30/EU inzake
elektromagnetische compatibiliteit,
VK: 2008 nr. 1597 Machines (machineveiligheid), 2016 nr. 1091 EMC, 2012 nr. 3032
RoHS
Veiligheidsnormen
• De F3SG-SR is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen.
EN 61496-1 (type 4 en type 2 ESPE), EN 61496-2 (type 4 en type 2 AOPD),
EN 61508-1 t/m -4 (SIL 3 voor type 4 en SIL 1 voor type 2),
EN ISO 13849-1:2015 (PL e, categorie 4 voor type 4 en PL c, categorie 2 voor type 2)
• Afvoeren volgens de lokaal geldende regelgeving.
Veiligheidswaarschuwingen
Indicaties voor veilig gebruik en betekenis
Voor een veilig gebruik van de F3SG-SR moeten de voorzorgsmaatregelen die
gemarkeerd zijn met een uitroepsymbool en de betreffende vermeldingen in dit
document worden nageleefd. Het niet opvolgen van alle voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen kan leiden tot onveilig gebruik of onveilige bediening. Lees dit
document grondig voordat u de F3SG-SR gebruikt. In dit document worden de volgende
signaalwoorden en symbolen gebruikt.
Waarschuwingen
GEVAAR
Zorg dat de machine correct en zoals bedoeld is kan worden
bediend. Zorg ook dat de machine op elk moment van de werkings-
cyclus direct kan worden stopgezet zonder gevaar voor de bediener
van de machine wanneer de machine niet functioneert volgens de
veiligheidsnormen. Anders kan het blijven gebruiken van de machine
leiden tot ernstig letsel of de dood.
Gebruikers
WAARSCHUWING
De F3SG-SR moet door een voldoende opgeleide en gekwalificeerde
persoon geïnstalleerd, geconfigureerd en in een machineregelsy-
steem opgenomen worden. Een persoon zonder de juiste kwalifica-
ties kan deze taken wellicht niet correct uitvoeren, waardoor mensen
mogelijk niet worden gedetecteerd, met ernstig letsel tot gevolg.
Machines
WAARSCHUWING
Gebruik deze sensor niet voor machines die niet snel door elektri-
sche aansturing kunnen worden gestopt. Gebruik deze bijvoorbeeld
niet voor een persmachine met een volledige rotatiekoppeling.
Anders kan de machine mogelijk niet stoppen voordat iemand een
gevaarlijk onderdeel bereikt, met ernstig letsel tot gevolg.
Om de F3SG-SR in PSDI-modus (initiatie van cyclisch bedrijf door
een aanwezigheidssensor) te gebruiken, moet u een geschikt circuit
tussen de F3SG-SR en de machine configureren. Voor details over
PSDI, raadpleeg OSHA 1910.217, IEC 61496-1, en andere relevante
normen en regelgeving.
Installatie
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de verantwoordelijke na de installatie de werking van de F3SG-SR en F39-SGIT-IL3 test
om te controleren of de F3SG-SR en F39-SGIT-IL3 zoals bedoeld werken. Zorg dat de machine gestopt
is totdat de test voltooid is. Onbedoelde of ongewenste installatie, bedrading of functie-instellingen
kunnen als resultaat hebben dat iemand niet wordt gedetecteerd, met ernstig letsel tot gevolg.
Zorg dat de F3SG-SR wordt geïnstalleerd op een veilige afstand van gevaarlijke onderdelen van de
apparatuur. Anders kan de machine mogelijk niet stoppen voordat iemand een gevaarlijk onderdeel
bereikt, met ernstig letsel tot gevolg.
Installeer een beschermende structuur zodat gevaarlijke machineonderdelen alleen kunnen worden
bereikt door via de detectiezone van de sensor te passeren. Als de toegang tot een gevaarlijk onderdeel
van een verticaal gemonteerde F3SG-SR alleen kan worden verkregen door over de detectiezone te
reiken, dan zal de hoogte van de detectiezone en de veilige afstand worden bepaald met inachtneming
van zulk risico. Installeer de sensoren zodanig dat altijd een deel van de persoon binnen de detectiezone
valt wanneer in gevarenzones van de machine wordt gewerkt. Als het mogelijk is dat iemand de
gevarenzone van een machine betreedt en achter de detectiezone van de F3SG-SR blijft, configureer
het systeem dan met een herstartvergrendeling. Als dat niet wordt gedaan, kan onverwachte activering
ernstig letsel veroorzaken.
Installeer de reset-schakelaar op een locatie vanaf waar er duidelijk zicht is op de gehele gevarenzone,
en waar deze niet van binnen de gevarenzone kan worden geactiveerd.
Installeer de pre-reset-schakelaar altijd in de gevarenzone en op een plek waar deze niet van buiten de
gevarenzone kan worden geactiveerd.
De F3SG-SR kan personen geen bescherming bieden tegen een vliegend voorwerp vanuit de
gevarenzone. Installeer een of meer afschermingen of hekken.
Installeer een beschermende structuur die de gehele blanking-zone dekt om te voorkomen dat personeel
gevaarlijke machineonderdelen via de blanking-zone kan betreden.
Het detectievermogen wordt groter als fixed blanking, floating blanking of gereduceerde resolutie wordt
gebruikt. Als deze functies worden gebruikt, moet de veiligheidsafstand worden berekend op basis van
het verhoogde detectievermogen voor deze functies. Anders kan de machine mogelijk niet stoppen
voordat iemand een gevaarlijk onderdeel bereikt, met ernstig letsel tot gevolg.
Als het detectievermogen groter wordt en een menselijk lichaam door de detectiezone kan passeren en
een gevaarlijk punt kan bereiken, moeten er aanvullende veiligheidsuitrustingen zoals een hek worden
geïnstalleerd.
Een waarschuwingszone mag niet worden gebruikt voor veiligheidstoepassingen. Installeer het systeem altijd
zodanig dat een detectiezone moet worden gepasseerd voordat een gevaarlijke machineonderdeel kan worden
bereikt. Als de toegang tot een gevaarlijk onderdeel van een verticaal gemonteerde F3SG-SR alleen kan worden
verkregen door over de detectiezone te reiken, dan zal de hoogte van de detectiezone en de veilige afstand
worden bepaald met inachtneming van zulk risico. Als een waarschuwingszone is geconfigureerd, moet u labels
aanbrengen om de grens tussen de normale detectiezone en de waarschuwingszone te markeren. Anders kan de
machine mogelijk niet stoppen voordat iemand een gevaarlijk onderdeel bereikt, met ernstig letsel tot gevolg.
Als een waarschuwingszone is geconfigureerd, moet u labels aanbrengen om de grens tussen de
normale detectiezone en de waarschuwingszone te markeren. Anders kan de machine mogelijk niet
stoppen voordat iemand een gevaarlijk onderdeel bereikt, met ernstig letsel tot gevolg.
Er moet een waarschuwingszone worden geconfigureerd op basis van een veiligheidsafstand.
De muting-en override-functies schakelen de veiligheidsfuncties van het apparaat uit. Vooral als u het
parameter voor de Tijdslimiet voor muting op oneindig instelt kan het ertoe leiden dat de veiligheidsfunc-
ties voor langere tijd worden uitgeschakeld. U moet de F3SG-SR, een muting-sensor en een fysieke
barrière installeren en de tijdinstellingen voor muting en override configureren om te voorkomen dat
operatoren de gevarenzone betreden wanneer muting en override actief zijn.
Installeer muting-sensoren zodanig dat deze een onderscheid kunnen maken tussen een voorwerp dat
de detectiezone mag passeren en een persoon. Als de muting-functie wordt geactiveerd door detectie
van een persoon, stopt de machine mogelijk niet, met ernstig letsel tot gevolg.
Muting-lampen die de status van de muting- en override-functie aangeven, moeten worden geïnstalleerd
op een plek waar alle medewerkers deze duidelijk kunnen zien vanuit alle werkposities.
Gebruik twee onafhankelijke ingangsapparaten voor muting-ingangen. Als dat niet wordt gedaan, kan
uitval van een enkele muting-sensor al een muting-status veroorzaken.
Installeer de schakelaar om de Override functie te activeren op een locatie vanaf waar er duidelijk zicht is
op de gehele gevarenzone, en waar deze niet van binnen de gevarenzone kan worden geactiveerd.
Controleer dat niemand zich in de gevarenzone bevindt voordat de override-functie wordt geactiveerd.
Zorg dat een override-annuleringsschakelaar op de reset-leiding is aangesloten als de override-functie
wordt gebruikt. Anders wordt de OVERRIDE-status mogelijk niet vrijgegeven door de override-annule-
ringsschakelaar, met ernstig letsel tot gevolg.
Als er een muting fout optreedt met een werkdeel dat de F3SG-SR blokkeert, dan zijn er twee methoden
om het werkdeel uit de weg te forceren.
1) Handmatig bedienen (met aanvullende veiligheidsmaatregelen); of
2) Override functie (Override bij normaal bedrijf/Override bij opstarten)
Slechts één van deze methodes, ofwel 1) of 2) moet worden gebruikt. Als ze tegelijkertijd worden
gebruikt, kan de Override worden ingeschakeld op een onverwacht moment.
Installeer de F3SG-SR zodanig dat deze niet wordt beïnvloed door reflecterende oppervlakken. Als dat
niet wordt gedaan, kan de detectie gestoord worden, met ernstig letsel tot gevolg.
Als meer dan één set van F3SG-SR'en in naburige zones worden gebruikt, is het mogelijk dat de zender
van de ene F3SG-SR interfereert met de ontvanger van de andere, met als gevolg dat veiligheidsfuncties
niet meer correct werken. Installeer, configureer en onderhoud ze zodanig dat er geen wederzijdse
interferentie optreedt.
Om de responstijd te wijzigen, moet de veiligheidsafstand op basis van de instelling worden berekend.
Anders kan de machine mogelijk niet stoppen voordat iemand een gevaarlijk onderdeel bereikt, met
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik het F3SG-SR met spiegels niet in
een configuratie waarin retroreflectie optreedt,
Spiegel
zoals hieronder wordt afgebeeld. Daardoor
kan de detectie gestoord worden. Het is
mogelijk om spiegels te gebruiken om de
Spiegel
detectiezone in een hoek van 90 graden te
wijzigen.
Positie met
Positie met retroreflectie
detectiezone 90° gebogen
Bedrading
WAARSCHUWING
Als de PNP-uitgang wordt gebruikt, sluit u de belasting aan tussen de uitgang en de 0
V-leiding. Als de NPN-uitgang wordt gebruikt, sluit u de belasting aan tussen de
uitgang en de +24 V DC-leiding. Aansluiting van de belasting tussen de uitgang en
een andere voedingsleiding dan hierboven staat, zal leiden tot een gevaarlijke situatie
omdat de bedrijfsmodus van de veiligheidsuitgang is omgekeerd naar "Donker-AAN".
Als de PNP-uitgang wordt gebruikt, de +24 V DC-leiding niet aarden. Als de NPN-uitgang wordt gebruikt,
de 0 V-leiding niet aarden. Anders kunnen door een aardfout de veiligheidsuitgangen op AAN worden
gezet, met als resultaat een stopfout van de machine.
Configureer het systeem met het optimale aantal veiligheidsuitgangen dat voldoet aan de eisen van de
nodige veiligheidscategorie.
Sluit de leidingen van de F3SG-SR niet aan op DC-voeding van meer dan 24 V DC + 20%. Sluit deze
ook niet aan op AC-voeding. Anders kan dat leiden tot een elektrische schok.
Zorg dat de voeding uitgeschakeld is wanneer de bedrading wordt aangelegd.
Gebruik het uitgangssignaal van de hulpuitgang of IO-link uitgang niet voor veiligheidstoepassingen.
Anders kan ernstig letsel ontstaan wanneer de F3SG-SR niet correct werkt.
Voor conformiteit van de F3SG-SR met IEC 61496-1 en UL 508 moet de DC-voedingsbron aan al de
volgende voorwaarden voldoen:
• De voedingsspanning werkt binnen de nominale waarde (24 V DC ± 20%).
• De voedingsspanning heeft tolerantie tegen de totale nominale stroom van de apparaten als deze op
meerdere apparaten wordt aangesloten.
• De voedingsspanning voldoet aan de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit (industriële
omgeving).
• Dubbele of versterkte isolatie is toegepast tussen het primaire en het secundaire circuit.
• De voedingsspanning heeft een automatisch herstel type van overstroombeveiligingskarakteristieken.
• Uitgangshoudtijd is 20 ms of langer.
• De voedingsspanning voldoet aan de eisen voor uitgangskarakteristieken voor een circuit van klasse 2
of een circuit met spannings- of stroombeperking, zoals gedefinieerd door UL 508.
• De gelijkstroom voedingsspanning voldoet aan de wetten en regelgeving voor elektromagnetische
compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur van het land of gebied waar de F3SG-SR wordt
gebruikt. (Bijvoorbeeld in de EU moet de voedingsbron voldoen aan de richtlijn inzake elektromagneti-
sche compatibiliteit en de laagspanningsrichtlijn.)
Op alle ingangs- en uitgangsleidingen moet dubbele of versterkte isolatie tegen gevaarlijke spanning
worden toegepast. Anders kan dat leiden tot een elektrische schok.
Als een kabel wordt verlengd, moet dat binnen de voorgeschreven lengte zijn. Anders werken
veiligheidsfuncties mogelijk niet correct, wat tot gevaarlijke situaties leidt.
Instellingen
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de verantwoordelijke na de installatie de werking van de F3SG-SR controleert nadat de
DIP-schakelaar op de F39-SGIT-IL3, Teach-in, SD manager 3 of de eindkap is ingesteld, om te
controleren of de F3SG-SR zoals bedoeld werkt. Zorg dat de machine gestopt is totdat de test voltooid
is. Onbedoelde instellingen kunnen als resultaat hebben dat iemand niet wordt gedetecteerd, met ernstig
letsel of overlijden tot gevolg.
Overige
WAARSCHUWING
Inspecteer de F3SG-SR dagelijks en om de 6 maanden, zoals in de gebruikershandleiding of de Snelle installatiegids
wordt beschreven. Als de F3SG-SR met cascadeschakeling wordt gebruikt, voer dan inspectie uit van elke
aangesloten F3SG-SR. Anders werkt het systeem mogelijk niet op de juiste manier, met ernstig letsel tot gevolg.
Dit product mag niet worden gedemonteerd, gerepareerd of omgebouwd. Dat kan tot gevolg hebben dat
veiligheidsfuncties niet meer correct werken.
Gebruik het product niet in een omgeving waar ontvlambare of explosieve gassen aanwezig zijn. Dat
kan een explosie tot gevolg hebben.
Gebruik de F3SG-SR niet in een omgeving waarin een sterk magnetisch veld kan voorkomen. Dat kan
tot gevolg hebben dat veiligheidsfuncties niet meer correct werken.
Waarschuwingen voor veilig gebruik
Leef de volgende voorzorgsmaatregelen na. Deze zijn noodzakelijk om veilig gebruik van het product
te garanderen.
Voorwaarden voor bewaring en installatieomgeving
• Het product niet installeren, gebruiken of opbergen in de volgende soorten omgevingen:
- Locaties die blootstaan aan intens storend licht, bijvoorbeeld direct zonlicht
- Locaties met een hoge vochtigheidsgraad waar waarschijnlijk condensatie zal optreden
- Locaties waar corrosieve gassen kunnen voorkomen
- Locaties waar trillingen of schokken kunnen voorkomen die groter zijn dan in de specificaties wordt vermeld
- Locaties waar de verontreinigingsgraad hoger is dan 3, bijvoorbeeld buitenshuis
- Locaties waar het product nat kan worden door vloeistof, waardoor lijm kan oplossen
• Laat het product niet vallen.
Bedrading en installatie
• De nominale levensduur van de LEDs gebruikt in dit product is 6 jaar.
• Belastingen moeten aan alle twee van de volgende voorwaarden voldoen:
- Niet kortgesloten
- Niet gebruikt met een stroom die groter is dan de nominale waarde
• Zorg dat de bevestigingsbeugels, montageschroeven en connectoren stevig worden vastgezet op basis
van het koppel dat in de gebruikershandleiding of de snelle installatiegids wordt vermeld.
• De buigradius van kabels moet gelijk zijn aan of groter zijn dan de voorgeschreven minimumwaarden.
• Gebruik bij vervanging van kabels door andere typen dan bestemde kabels alleen kabelconnectoren die
een beschermingsgraad van IP54 of hoger hebben.
• Als een kabel wordt verlengd met een andere kabel dan de toepassingsspecifieke kabel, gebruik dan een
kabel met dezelfde of hogere specificaties.
• Zorg dat de ingangs-/uitgangsleidingen voor de F3SG-SR gescheiden van hoogspanningsleidingen
worden gelegd, of door een exclusieve buis.
• Zorg dat geen vreemd materiaal zoals water, olie of stof in de F3SG-SR, F39-SGIT-IL3 of de connector
kan terechtkomen wanneer de eindkap en de root kabels van de F3SG-SR of de afdekking van de
DIP-schakelaar van de F39-SGIT-IL3 verwijderd zijn.
• De F39-SGIT-IL3 is bestemd voor de F3SG-SR/PG serie. Gebruik deze niet voor een andere reeks dan
F3SG-SR/PG.
• Bevestig in omgevingen waar vreemd materiaal zoals spatten op de F3SG-SR kunnen terechtkomen een
afdekking om de F3SG-SR tegen spatten te beschermen.
Olieweerstand
• Somige snijolieën kunnen het product aantasten. Voordat u snijolie gebruikt moet u controleren of deze
oliën geen aantasting of verslechtering van het product veroorzaken.
• Gebruik het product niet als de beschermende structuur aangetast is, zoals wanneer de behuizing en/of
afdichtingen zwelling of scheuren vertonen. Anders kan er snijolie of andere stoffen in het product
sijpelen, wat een risico op ontaarding of brand kan veroorzaken.
• Gebruik de F39-JGC- Root-Straight kabels, F39-JGR3K- Root-Plug kabels voor verlenging of
F39-JGR3K-- Conversie kabels en/of F39-JGR3W Cascade kabels voor verlening of F39-JGR12L
Zij-aan-zij Cascade kabels in omgevingen waar het product blootgesteld kan worden aan olie. Andere
kabels gebruiken in een dergelijke omgeving kan ertoe leiden dat snijolie of andere middelen in de kabels
sijpelen, wat er risico op schade aan het product of brand veroorzaakt.
• Sluit de conversie kabels niet aan voor de volgende doeleinden. Anders kan dat leiden tot een defect.
1. Aansluiten op de F39-SGIT-IL3, F39-GCNY2 of F39-GCNY3
2. Aansluitingen tussen de F3SG-SR's
Afvoeren
• Verwijder het product volgens de van toepassing zijnde wetten en regelgeving van het land of gebied
waar het product wordt gebruikt.
Waarschuwingen voor correct gebruik
Leef de onderstaande waarschuwingen na om bedrijfsfouten, storingen of ongewenste
effecten op de productprestaties te voorkomen.
Voorwaarden voor bewaring en installatieomgeving
• Het product niet installeren, gebruiken of opbergen in de volgende soorten omgevingen:
- Omgevingen met een temperatuur of vochtigheidsgraad buiten het voorgeschreven bereik
- Omgevingen die onder water staan of blootgesteld zijn aan regen
• Dit is een product van klasse A (voor industriële omgevingen). In woonomgevingen kan het radio-interfe-
rentie veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn dat de verantwoordelijke passende maatregelen
neemt om interferentie te verminderen.
Bedrading en installatie
• Leg de bedrading op de juiste manier aan en controleer op voorhand de signaalnamen van alle
aansluitingen.
• Bedien het regelsysteem pas nadat 3 seconden of meer zijn verstreken nadat de voeding van de
F3SG-SR op AAN is gezet.
• Als u een in de handel verkrijgbare voedingsbron met spanningsstabilisator gebruikt, zorg dan dat de
PE-aansluiting (veiligheidsaarde) geaard is.
• Installeer de zender en de ontvanger in dezelfde verticale richting.
• Gebruik het voorgeschreven aantal beugels en gebruik de beugels op de voorgeschreven locaties op
basis van de afmetingen. Als de beugels niet zoals hierboven beschreven worden gebruikt, kan niet
worden voldaan aan de nominale waarden en prestaties.
• Installeer de F3SG-SR niet in de volgende soorten omgevingen: Neem anders afdoende maatregelen
voor blokkering.
• De voedingsbron delen met andere apparaten kan tot gevolg hebben dat de F3SG-SR wordt beïnvloed
door ruis of een spanningsval. Het wordt aangeraden om voor de F3SG-SR een toegewijde
voedingsbron voor veiligheidscomponenten te gebruiken, die niet wordt gedeeld met andere apparaten.
• Verander de scan code niet tijdens normaal bedrijf. De F3SG-SR zal overgaan naar lockout.
• Plaats geen belasting op de connectoren.
Reiniging
• Gebruik geen verdunner, benzeen of aceton voor reiniging. Deze stoffen tasten de onderdelen met hars
en de verf op de behuizing van het product aan.
• Gebruik een zachte doek die droog is of bevochtigd met schoon water voor reiniging. Gebruik geen
oplosmiddelen.
Detectie van voorwerpen
• De F3SG-SR kan geen transparante en/of doorschijnende voorwerpen detecteren.
Instellingen
• Bedien de DIP-schakelaar op de F39-SGIT-IL3 niet tijdens normaal bedrijf van de F3SG-SR. Anders
schakelt de F3SG-SR om naar de blokkeringstoestand.
• Bedien de DIP-schakelaar en de drukschakelaar op de F39-SGIT-IL3 niet met gereedschappen die het
product kunnen beschadigen.
• Zorg dat de F3SG-SR in de instellingenmodus staat wanneer een instelling wordt gewijzigd.
Referentiehandleidingen
Titel van document
Artikelnummer
Veiligheidslichtscherm F3SG-SR-reeks
Veiligheidsmulti-lichtstraal F3SG-PG-reeks
Z405-E1
Gebruikershandleiging
Veiligheidslichtscherm F3SG-SR-reeks
5605409-4
Snelhandleiding voor installatie
De specificaties kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden met het oog op
productverbetering.
Geschiktheid voor gebruik
Omron Companies zal niet verantwoordelijk zijn voor de conformiteit met normen, codes
of reglementen die van toepassing zijn op de combinatie van het Product in de
toepassing van de Koper of gebruik van het Product. Op verzoek van de Koper zal
Omron van toepassing zijnde certificatiedocumenten van derden beschikbaar stellen
waarin nominale waarden en gebruiksbeperkingen worden vermeld die op het Product
van toepassing zijn. Deze informatie op zichzelf is niet voldoende voor een volledige
bepaling van de geschiktheid van het Product in combinatie met het eindproduct, de
machine, het systeem of een andere toepassing of gebruik. De Koper zal uitsluitend zelf
verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de geschiktheid van het bepaalde Product met
betrekking tot de toepassing, het product of het systeem van de Koper. In alle gevallen
neemt de Koper verantwoordelijkheid voor de toepassing.
GEBRUIK HET PRODUCT NOOIT VOOR EEN TOEPASSING DIE GEPAARD KAN
GAAN MET EEN ERNSTIG RISICO OP OVERLIJDEN OF MATERIËLE SCHADE OF IN
GROTE AANTALLEN ZONDER ERVOOR TE ZORGEN DAT HET SYSTEEM ALS
GEHEEL ONTWORPEN IS MET HET OOG OP DE RISICO'S, EN DAT HET PRODUCT
(DE PRODUCTEN) VAN OMRON GESCHIKT IS (ZIJN) EN JUIST GEÏNSTALLEERD IS
(ZIJN) VOOR HET BEOOGDE GEBRUIK BINNEN DE GEHELE APPARATUUR OF HET
GEHELE SYSTEEM.
OMRON Corporation (Producent)
Shiokoji Horikawa, Shimogyo-ku, Kyoto, 600-8530 JAPAN
Contact: www.ia.omron.com
Regionale Hoofdkantoren
OMRON EUROPE B.V. (Importeur in de EU)
Wegalaan 67-69, 2132 JD Hoofddorp
The Netherlands
Tel: (31)2356-81-300/Fax: (31)2356-81-388
OMRON ELECTRONICS LLC
2895 Greenspoint Parkway, Suite 200
Hoffman Estates, IL 60169 U.S.A.
Tel: (1) 847-843-7900/Fax: (1) 847-843-7787
OMRON ASIA PACIFIC PTE. LTD.
No. 438A Alexandra Road # 05-05/08 (Lobby 2),
Alexandra Technopark,
Singapore 119967
Tel: (65) 6835-3011/Fax: (65) 6835-2711
OMRON (CHINA) CO., LTD.
Room 2211, Bank of China Tower,
200 Yin Cheng Zhong Road,
PuDong New Area, Shanghai, 200120, China
Tel: (86) 21-5037-2222/Fax: (86) 21-5037-2200
F
u
Ap r , 2 0 2 1