nl
NEDERLANDS
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Er mag geen zijwaartse druk op
doorslijpschijven worden uitgeoefdend.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het
inzetgereedschap lang genoeg is om de
spindellengte op te nemen. De schroefdraad van
het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op
de spindel passen. Zie voor de lengte en de
schroefdraad van de spil pagina 4 en hoofdstuk 14.
Technische gegevens.
Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting
wordt aanbevolen. Schakel altijd een
lekstroomschakelaar (RCD) met een max.
schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine.
Indien de haakse slijper door de
lekstroomschakelaar is uitgeschakeld moet de
machine gecontroleerd en gereinigd worden. Zie
hoofdstuk 9. Reiniging.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica)
voorkomen.
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Metabo S-automatic veiligheidskoppeling. Ingeval
van activering van de veiligheidskoppeling de
machine onmiddellijk uitschakelen!
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een
bankschroef spannen.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
36
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Quick-spanmoer *
2 Spindel
3 Autobalancer-steunflens *
4 Spindelvastzetknop
5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen *
6 Handgreep
7 Elektronische signaalindicatie *
8 Stelknop voor de toerentalinstelling *
9 Drukschakelaar*
10 Bevestigingsoogje (voor het beveiligen tegen
een val)*
11 Paddle-schakelaar *
12 Extra greep/extra greep met trillingsdemping *
13 Beschermkap
14 Steunflens
15 Tweegaatsmoer*
16 Tweegaatssleutel *
17 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de
leveringsomvang